Komende zondag wordt de C. Buddingh’-prijs voor het beste poëziedebuut van het afgelopen jaar uitgereikt. Dichter Ingmar Heytze koos uit iedere genomineerde bundel een gedicht. Vandaag als eerste ‘mon père’ en ‘ma mère’ van Nisrine Mbarki, uit haar bundel Oeverloos.
mon père
mon père is een mens
hij is geboetseerd uit schitterende verhalen van verraad
dodelijke besluiten van zijn vader en de rode klei van zijn stad
hij drinkt oploskoffie en is al zestig jaar wees
houdt niet van menigten en vliegt niet graag
papa is bang voor de dood maar praat erover alsof het koffiemelk is
slaapt met watten in zijn oren
loopt graag in zijn ondergoed
mijn vader noemt mij zuslief
zegt dat de Nederlanders de echte moslims zijn
heeft twee sloten op zijn fiets
hij liet zich noodgedwongen omdopen tot Guus
papa vertelt nooit over zijn jeugd
hij is tien jaar niet naar zijn vaderland geweest
vervloekt het heilige instituut
zegt
mijn vader doet gek met zijn kleinzoons
hij vergeet het liefst wie zijn vader was
en vergeet nooit de onafhankelijkheidsverklaring van zijn land
mijn vader verloor een halve hand in een textielmachine
overlegt graag op fluistertoon
klapt in zijn handen zoals alleen Marrakchis dat doen
zingt loepzuiver
stuurt mij schunnige Marokkaanse moppen op de app
papa huilt zelden
kan geen nee zeggen tegen mijn broertjes
laat zijn tanden nooit zien en heeft al dertig jaar een kunstlach
mijn vader moet je op tijd bellen om een afspraak te maken
komt nooit te laat
is al vijfentwintig jaar gescheiden
papa werd man toen hij in mijn geboorteland aankwam
bidt op tijd als het hem uitkomt
ma mère
ma mère komt uit een geslacht des femmes fortes
zoals haar moeder en grootmoeder
zij dragen de wereld op hun heupen en hun nageslacht als hoofdtooi
mama is gebouwd uit cactusbladeren
en het lijfje van een bijenkoningin
ze werd door de Franse nonnen gekneed
mijn moeder kan niet vergeten laat staan vergeven
kan huizen bouwen van lucht en honing
zegt dat haar psychiater gek is
de stem van mijn moeder snijdt in de tijd
ma mère is een natuurlijk bestrijdingsmiddel van taboes
mama est une boîte de vitesse vivante
ze slaapt overal behalve in haar eigen bed en eet lopend
gaf haar eerste kind aan haar moeder
draagt gouden merkzonnebrillen
mijn moeder houdt niet van koffie
ze schreeuwt in het Tasjelhit omdat ze leeft zegt ze
mama heeft mitrailleurs achter haar kiezen
en een atoombom aan haar huig hangen
ze stelt haar vizier zorgvuldig af op organen
maar schiet op je ogen
vloekt genadeloos
mama is een wolkbreuk in Brabant
zegt dat god in haar hart zit en niet in haar haar
ze bijt haar kroost in de nek
draagt ze duizenden kilometers naar haar vaderland
eist waar ze recht op denkt te hebben
klaagt goddeloos als ze pijn heeft en ook als ze geen pijn heeft
zegt dat ze haar leven heeft verspild aan kinderen
vindt overal mannen en vindt mannen niets
kan al haar bezit weggeven als ze wordt geraakt door een illusie
mijn moeder zette mijn vader schaakmat
heeft een hekel aan politiek en stemt ook niet meer
mama is een vreemdelingenlegioen
komt uit een gezin van tien
is een dochter van de Atlantische Oceaan
weet niet waar ze begraven wil worden
mijn moeder is vuur en baart as
ma mère
Nisrine Mbarki (1977)
uit: Oeverloos (2022)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter