Uit Neus tegen het glas, de tweede Nederlandstalige bundel van Friese dichter Edwin de Groot (die tegelijkertijd als zijn vijfde Friestalige bundel is verschenen).
En fiets je zo onvoorzien door je oude buurt
naar mijn jeugd reisde ik af
door toeval (?) en zo op de plek
waar talrijke knieën werden geschaafd
schatten gezocht, verdedigd en hard geleerd
berenklauw moet je absoluut afblijven
gestolen appels smaken naar angst en zweet
en als je een konijn ziet ben je zelf ook een konijn
nu rubber tegels onder het klimrek
kleurige buizen met zachte plastich hoeken
en nieuwe mensen op de stoepen, de huizen
de deuren nog als toen, al zal er fors gestorven zijn
terwijl ik de parelmoeren schelpen zocht
in glanzende algoritmen en
gladweg de tijd vergeten
••
Algoritmen en brain freeze
ja toen, toen kwam de ommezwaai
het is lastig te zeggen achteraf, er was geen knal
maar zeg over een honderd jaar even terugkijken lijkt me aardig
zo van, weet je nog, van die oogverblindende tijd
met in drieën gedeelde jongleurs als volleerde scheppers
van gewenste gedachten en alles, dachten we, was gratis
Edwin de Groot (1963)
uit: Neus tegen het glas (2022)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter