Angst
Weer speurt, zich spiegelend, mijn kleine blonde
— hoog op de tenen, naakt van hals tot hiel —
of ergens reeds de eerste rimpel viel,
maar alles is — zij knikt — nog strak en ronde.
Dat mij eens niet die droefheid overviel …,
dit speuren maakt mij triestig vóór de zonde.
Zij weet het niet, maar plant mij kleine wonden,
angst-anemonen, zeediep in de ziel.
Angst (niet om haar verrukkelijke lijnen,
dat die straks kracht verliezen geeft geen vrees,
want als ik oud word zal mijn drift verdwijnen),
angst, dat de levenslust schuilt in haar leest
en dat zij, oud, nooit meer zo warm zal zijn en
niet meer diezelfde ziel heeft in haar vlees …
Max Dendermonde (1919-2004)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail
Laat een reactie achter