Mijn lager deel bleef onvernederd stréven,
standvastig toegedaan wat onvolkomen is:
het leefde slechts zijn scheppend wederstreven
aan tegenkrachten waaraan geen ontkomen is,
zijn helder vechten, vormen, zijn vermetel wórden
dat, ver van somberheid of duisternis
om wat nooit werd of wordt,
van mijn mens-zijn de schone luister,
de drift, vormkracht en diepe orde is.
Henri Bruning (1900-1983)
uit: Van ziel en aarde (1952)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail
Willem Huberts zegt
Eergisteren George Kettmann, vandaag Henri Bruning… je zou toch waarachtig denken dat de deur van de canon wordt opengezet voor hen die er lang uit werden geweerd vanwege hun politiek-maatschappelijke opvattingen…
Theo Bruning zegt
Henri Bruning was meer dan alleen zijn “politiek-maatschappelijke opvattingen”, ik ben geneigd te zeggen véél meer. Het gekozen gedicht getuigt ervan.
Theo Bruning zegt
Gedoeld wordt, neem ik aan, op de politiek-maatschappelijke opvattingen van Bruning in de periode van grofweg 1935 tot 1945, waar hij eerst lid was van het Verdinaso en tijdens de oorlog van de NSB. Precies die twee kreten, Verdinaso en met name NSB, zijn waarschijnlijk synoniemen voor de bedoelde politiek-maatschappelijke opvattingen.
Voor zover ik zijn politiek-maatschappelijke opvattingen van tijdens de oorlog heb verstaan heb ik die vertolkt in mijn ‘Subjectieve Bevinding’: “Mijn conclusies, na het bestuderen van Brunings publicaties tijdens de oorlog” (henribruning.nl/bevindingen/conclusies.htm)