Op 4 november vond de boekpresentatie plaats van De laatste klanken van Icarus, mijn tweede roman. Een belangrijk moment, het loslaten van een verhaal dat nu verder de wereld in mag. Maar hoe moet zo’n avond eruit komen te zien? Waar, en vooral met wie?
De locatie was snel gekozen, een mooie boekwinkel in de Haagse Passage, waar je je net zo goed even in Parijs kunt wanen, de plek waar het boek zich afspeelt.
En met wie? Ik wilde graag leerlingen betrekken bij deze avond, omdat dat ook de lezers van nu zijn, en van de toekomst. En om te laten zien dat literatuur meer is dan de lessen literatuurgeschiedenis op school, een boekopdracht of de voorbereiding op het mondeling. Twee leerlingen uit 6 vwo van de Vrije School Den Haag verzorgden het interview. Dat deden ze zeer goed: zonder de plot weg te geven en toch een beeld te schetsen van het verhaal. Drie leerlingen van de School voor Jong Talent (onderdeel van het Koninklijk Conservatorium) zorgden voor de muzikale omlijsting, stukken die ook in het boek voorkomen. Het resultaat was een drukbezochte avond waar juist ook veel leerlingen aanwezig waren van beide scholen.
Ik denk dat we als docent vaker op pad moeten om te laten zien dat literatuur leeft. Zoals met leerlingen naar de Nacht van de Poëzie, naar een interview met een schrijver of naar een literair festival. En als je zelf iets gepubliceerd hebt, betrek ook daar vooral leerlingen bij. Zo verlaag je de drempel, en bovendien is het ontzettend leuk.
Coen Peppelenbos zegt
Het was niet alleen ontzettend leuk om die leerlingen te zien, ze deden het ook nog heel erg goed.