•• Deze week vijf gedichten die zijn uitgezocht door dichter-schrijver Benno Barnard. Als eerste een gedicht van Hadewijch, met toelichting.
“Hadewijch, dertiende-eeuwse Brabantse mystica. Nog altijd beroemd in heel Europa – zo bestaat er een opname van Juliette Gréco die dit gedicht in het Frans voordraagt. Maar in de nieuwe komische canon zult u haar vergeefs zoeken. Als je moderne lezers niet vertelt dat de ‘minne’ die voor God is, vinden ze haar gedichten best te pruimen. Ik stel trouwens voor dat schitterende woord verdooien opnieuw in het Nederlands te introduceren, zoals de wolf in de natuur.”
Mengeldicht XIII
Dat suetste van minnen sijn hare storme;
Haar diepste afgront es haer scoenste vorme;
In haer verdolen dats na gheraken;
Om haer verhongeren dats voeden ende smaken;
Hare mestroest* es seker wesen;
Hare seerste wonden es al ghenesen;
Om hare verdoyen* dat es gheduren;
Hare berghen es vinden alle uren;
Om hare quelen* dat es ghesonde;
Hare helen openbaert hare conde;
Hare onthouden sijn hare ghichten*;
Sonder redenne es haere scoenste dichten;
[…]
Hadewijch (1200-1250)
mestroest (‘mistroost’): wanhoop
verdoyen: wegkwijnen
quelen: zich kwellen
ghichten: giften
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail
Laat een reactie achter