Jacob van Maerlant was de eerste grote auteur uit ons taalgebied, die in zijn eentje als het ware een complete bibliotheek heeft geschreven. Daartoe behoren niet alleen een wereldgeschiedenis, een navertelling van heel de Bijbel en een wereldgeografie, maar ook de eerste biologische encyclopedie in onze taal, Der naturen bloeme (‘Het beste uit de natuur’), uit ongeveer 1270 . Daarin beschrijft hij zowel de mens als alle toen bekende viervoeters, vogels, vissen en kruiden, en bovendien de edelstenen, de wonderen van de zee en een groot aantal vreemde volkeren. Jacob van Maerlant wordt beschouwd als de aartsvader van alle Middelnederlandse dichters en zijn natuurencyclopedie behoort tot de canon van de Nederlandstalige literatuur, zoals die is opgesteld door de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren. Zie: https://literairecanon.be/nl/werken/der-naturen-bloeme
Maar hoe kunnen we de leerlingen van het voortgezet/secundair onderwijs motiveren om met zo’n compleet achterhaalde en bovendien nog in een nauwelijks te begrijpen taal geschreven natuurencyclopedie uit de dertiende eeuw aan de slag te gaan? Daarvoor gaan we uit van het didactische principe van de gecombineerde aanpak van historisering en actualisering.
Actualisering betekent dat de oude tekst zoveel mogelijk getransponeerd wordt naar de actuele wereld van de leerlingen. De redenering is dat, wil je erin slagen om de leerlingen te motiveren voor oude teksten, je moet uitgaan van wat hen direct kan aanspreken, zonder dat er een heleboel achtergrondinformatie hoeft gegeven te worden. Daarom wordt de oude tekst zoveel mogelijk betrokken op de actuele wereld van de leerlingen.
Historisering als benaderingswijze van oude teksten gaat uit van het fundamenteel verschil tussen onze hedendaagse ervaringen en het wereldbeeld van de oude tekst. De nadruk ligt hier op het historische van die tekst, het gedateerde, het niet meer actuele, de historiciteit. Je gaat ervan uit dat het verleden niet dichterbij gehaald moet worden, maar juist getoond moet worden als veraf, anders en vreemd. En de belangrijkste vraag die daarbij gesteld moet worden is dan: welke maatschappelijke context, welk historisch referentiekader en welke literairhistorische functies maken de oude tekst tot wat hij is, tot een tekst die voor ons in vele opzichten anders en vreemd lijkt?
Zoals dat ook het geval is in onze andere leermiddelen, proberen we opnieuw de beide benaderingswijzen te combineren en af te wisselen. Het leermiddel begint met een vergelijking van twee biologische beschrijvingen van de bever: de ene komt uit Wikipedia en de andere is van Maerlant. Is de informatie, die in de beide teksten wordt gegeven, wetenschappelijk verantwoord? Welke elementen zijn volgens jou in zulke beschrijvingen helemaal niet ter zake? Hoe komt het dat er in de tekst van Maerlant zulke vreemde zaken voorkomen? Waar haalt Maerlant zijn informatie eigenlijk vandaan?
Maerlant beschrijft niet alleen bestaande dieren, maar ook verzonnen wezens, zogenaamde ‘fabeldieren’, zoals de eenhoorn. Bij de lectuur van de Harry Potter-boeken zijn we heel wat fabeldieren tegengekomen, waaronder ook een eenhoorn. Wat komen die fabeldieren eigenlijk doen in die verhalen? En waar komt die eenhoorn vandaan, die in de middeleeuwen zo mooi afgebeeld werd op prachtige wandtapijten?
Vervolgens bekijken we welke vreemde ‘mensenrassen’ door Maerlant beschreven worden en hoe het komt, dat Maerlant ook daar zoveel aandacht aan besteedt. Zijn belangstelling voor hermafrodieten geeft aanleiding tot een klassengesprek over interseksualiteit en transseksualiteit, waarbij de leerlingen de kans krijgen om Maerlants visie te confronteren met hedendaagse opvattingen.
Ten slotte gaan we nog in op de overeenkomsten en verschillen tussen Der naturen bloeme en Van den vos Reynaerde, de twee enige Middelnederlandse teksten, die beginnen met de naam van de schrijver. De tekst van de beide werken is bovendien opgenomen in hetzelfde verzamelhandschrift. Is dat nu puur toeval of is daar een verklaring voor?
Het kunnen lezen (en vertalen) van Middelnederlandse teksten in de oorspronkelijke versie is geen doelstelling van het schoolvak Nederlands in het voortgezet onderwijs. Daarom bieden we de teksten aan in de voortreffelijke vertaling van Peter Burger in de Griffioenreeks. Zie: https://www.dbnl.org/tekst/maer002dern03_01/colofon.php
We maken wel kennis met de originele tekst door middel van een kort fragment in het Middelnederlands (mét vertaling) en proberen daaruit enkele frappante kenmerken van die taal af te leiden.
Dit zijn de concrete doelstellingen van de lessen:
- De leerlingen kunnen de twee teksten over de bever met elkaar vergelijken en de overeenkomsten en verschillen ervan opnoemen.
- De leerlingen kunnen aangeven waar Jacob van Maerlant in zijn beschrijving van de bever een verband legt tussen het dier en de Goddelijke oorsprong van de natuur.
- De leerlingen kunnen de belangrijkste fabeldieren die in de Harry Potter-verhalen voorkomen, opnoemen en aangeven welke rol die in die verhalen spelen.
- De leerlingen kunnen in de beschrijving van de eenhoorn door Jacob van Maerlant aangeven waar de auteur de eenhoorn met een ander dier verwart, wat de essentiële kenmerken zijn van het dier en wat de religieuze symboliek ervan is.
- De leerlingen kunnen de betekenis van de spiegel op het eerste tapijt van de serie De Dame met de eenhoorn verklaren.
- De leerlingen kunnen de vijf levensstadia van de mens, die Maerlant onderscheidt, definiëren.
- De leerlingen kunnen vijf voorbeelden geven van de ‘wonderbaarlijke wezens’, die Maerlant in zijn boek noemt.
- De leerlingen kunnen uitleggen waarom de ‘wonderbaarlijke wezens’ volgens Augustinus niet in strijd zijn met de volmaaktheid van Gods schepping.
- De leerlingen kunnen verklaren waarom Maerlant veel sympathie heeft voor de Amazonen.
- De leerlingen kunnen het verschil uitleggen tussen interseksualiteit en transseksualiteit.
- De leerlingen zijn in staat en bereid om hun mening over transseksualiteit op een genuanceerde wijze te beargumenteren.
- De leerlingen kunnen Der naturen bloeme vergelijken met Van den vos Reynaerde en de overeenkomsten en verschillen tussen de beide werken en hun auteurs aangeven.
Het leermiddel is (net als dertig andere leermiddelen over canonteksten) gepubliceerd op de officiële website van het onderwijs van de Vlaamse gemeenschap KlasCement. Zie: https://www.klascement.net/downloadbaar-lesmateriaal/160921/jacob-van-maerlant-lesidee/
Het leermiddel kan ook in pdf-formaat geraadpleegd worden op Histoforum. Zie: http://histoforum.net/2021/uyttendaele.html
Ingrid Biesheuvel zegt
Geweldig mooi! Misschien aardig om te weten dat ik, na de Limborch, nu bijna een vertaling van de complete Naturen Bloeme klaar heb.
Ingrid Biesheuvel
Jan Uyttendaele zegt
Ik kijk er geweldig naar uit!
jos biemans zegt
Prachtig! Het kan misschien ook met kruiden, Der naturen bloeme boek X: confrontatie middeleeuwse geneeskunde en traditionele kruidenleer (de term ‘kwakzalverij’ zal ik vermijden) en de moderne geneeskunde en homeopathie. Zie mijn bijdrage in Claudine Chavannes-Mazel en Inda IJpelaar, De groene middeleeuwen. Duizend jaar gebruik van planten 600-1600, 2de druk, 2019, pp.184-197 en 288-289 (noten). Men kan er dan ook de boekwetenschap (vormgeving van boeken toen en nu) bij betrekken.
Tim Burke zegt
Ik werk al een tijdje met Maerlant op een zeer gelijkaardige manier en het slaat absoluut aan. Zo laat ik na een inleiding over de man de leerlingen per twee het hertaalde fragment over de olifant in detail factchecken (feitelijk dus ook de vergelijking met Wikipedia). Achteraf pas ik de typische technieken van Maerlant op het fragment toe. Als oefening maken de leerlingen de toepassing bij het fragment over de das. Het artikel over de vos vormt ook de brug naar Van den vos Reynaerde.