Over de nieuwste essaybundel van Hans van Stralen
Wij waren ooit studiegenoten, Hans van Stralen en ik. Hij begon zijn indrukwekkende peregrinatio academica namelijk als theologiestudent in Nijmegen. Na in 1978 zijn kandidaatsexamen in de theologie behaald te hebben, ging hij in Nijmegen verder met een studie filosofie en Nederlandse taal- en letterkunde. Daarna volgde in Nijmegen een doctoraalstudie algemene literatuurwetenschap. Die werd in 1990 bekroond met een promotie bij Wim Bronzwaer op een proefschrift over de relatie tussen het literaire en het filosofische werk van Sartre. Maar ook in de theologie en de filosofie behaalde Hans van Stralen later nog doctoraaldiploma’s, respectievelijk aan de Universiteit van Amsterdam en die van Utrecht. Negentien jaar na zijn eerste promotie, in 2009, promoveerde hij een tweede keer, nu bij Marcel Barnard aan de PThU, op het thema bekering bij de filosoof Gabriel Marcel en de schrijver Gerard Reve (Gehoor geven). Tot recent was Hans van Stralen als docent literatuurwetenschap verbonden aan verschillende universiteiten, onder andere die van Utrecht en de VU in Amsterdam.
Dit veelzijdige curriculum heeft hem, zoals u zult begrijpen, voortreffelijk voorbereid om zich als onderzoeker en schrijver te storten op de relatie tussen literatuur, theologie en filosofie. Hans van Stralen is op dit gebied een van de meest interessante auteurs in het Nederlandse taalgebied. Ik denk dan aan recente bundels als Bron en bestemming (2018) en De zijlijn (2019). Zijn deskundigheid, eruditie en creatieve veelzijdigheid blijken ook weer uit zijn jongste bundel opstellen: Ooit, elders! Essays over poëzie en verlangen. Alleen de titel al: de essentie van het romantische verlangen in twee woorden samengevat.
De bundel bevat acht essays rond het in de titel aangeduide thema. Die essays hebben betrekking op een keur van dichters uit de moderne Nederlandse en wereldliteratuur: van Ellen Warmond, J.C. Bloem en Gerard Reve tot Ingeborg Bachmann, Antoine Watteau, Louise Glück en James Joyce. Daaraan gaat een prachtig essay vooraf over de fenomenologie van het verlangen, met opnieuw een krachtige titel: ‘Ver, lang’. Uitgangspunt is dat poëzie zich kenmerkt door de aanwezigheid van open plekken en dat die onbepaald blijven; zij kunnen niet ondubbelzinnig ingevuld worden. Die open plekken, maar ook het taalgebruik van de poëzie werken ontregelend. In die ontregeling duikt het religieuze perspectief op.
Hans van Stralen illustreert dit bijvoorbeeld aan de hand van het werk van de Amerikaanse dichter Louise Glück, de winnaar van de Nobelprijs voor literatuur in 2020. Die gedichten draaien om het diepe verlangen van het lyrische ik naar waarachtig contact met de ander, naar het vinden van rust in de natuur en naar verlossing uit de krachten die zich tegen haar lichaam keren. Bijbelse en joodse motieven spelen daarin een rol. Uiteindelijk ontdekt het lyrische ik dat zij zich moet voegen naar de roeping van de natuur:
Nothing can be forced to live.
The earth is like a drug now, like a voice from far away
a lover or master. In the end, you do what the voice
tells you.
It says forget, you forget.
It says begin again, you begin again.
Het langste essay in de bundel is dat over het beeld van Maria in het werk van Gerard Reve en van een aantal romantici: ‘Een begeerlijke moeder’. Net als voor een dichter als de romantische Brit Algernon Swinburne was Maria voor Reve niet slechts de vrome vrouw van de katholieke traditie, maar ook een begeerlijke, aantrekkelijke vrouw, een wellustige ‘femme fatale’.
Heel mooi, ik zei het al, is het inleidend essay over de verschillende modaliteiten van het verlangen en vooral over het romantische verlangen: dat om de werkelijkheid te ontvluchten in een vage ‘tegenwereld’, een verlangen dat tegelijk door een principiële onvervulbaarheid wordt gekenmerkt.
Hans van Stralen vertelt dat hij tot de uitwerking van zijn essays vaak werd uitgedaagd door de vragen die studenten tijdens zijn colleges stelden. Hij is dit jaar als docent met pensioen gedaan. Ik hoop maar dat er genoeg mensen in zijn omgeving zijn die hem met vragen blijven uitdagen, zodat er nog een paar mooie bundels met essays zullen volgen.
Laat een reactie achter