De zwerver
Ik ben vermoeid. Toch ben ik nog gestegen
tot op de heuvel in het late licht.
En vóór mij kronkelen de duistre wegen
van ‘t avonddorp, dat daar verlaten ligt.
Is nu de wereld zoveel eeuwen ouder?
Alles lijkt mij zo vreemd en toch bekend.
Ik mis alleen een vriendelijke schouder,
een lichaam, dat mijn lust voelt en herkent.
Ik ben alleen voor gans mijn verder leven,
er is niets meer dat me aan deze aarde bindt.
En toch, ik voel mijn hart onstuimig beven:
dáár staat een boom, dáár speelde ik eens als kind.
Jan van Nijlen (1884–1965)
uit: Verzen (1906)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail
jac cuypers zegt
Is deze Jan van Nijlen de Antwerpse Jan van Nijlen van zoveel gedichten? Maar wel geboren in 1903 en niet in 1884 zoals het kruis aangeeft net buiten het centrum van Wijlre waar een strofe van een Jan van Nijlen wordt geciteerd? Of is er echt sprake van 2 Jan van Nijlensen?