Winterkust
Maria, langs het strand, roept naar het kind
dat wij niet meer verwachten dan in dromen.
Het antwoord, dat wij in ons lichaam horen,
geheugt ons moeder’s roepen naar haar kind.
De meeuwen zijn alleen, met honderd samen,
als niet een kleine meeuw naar aas verlangt.
En het gehoon der meeuwen in ons hart
neemt wraak als wij van ’t leven léven vragen.
Niets hoort ons toe: het solferkleurig duin,
het rammelen van de ketens in de golven.
Beschuimd, wrak hout: gij leent u niet tot vuur.
Geen leed is heilzaam, dat in vreugden duurt.
We zijn zo oud als zand en zout geworden.
Straks keren wij, elkaar beminnend, thuis.
Maurice Gilliams (1900-1982)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail
Laat een reactie achter