Onlangs is het vierde deel van de Encyclopedie van de Nadere Reformatie (uitg. De Groot Goudriaan, en later Kok, Kampen) van de pers gekomen en deel 5, het afsluitende deel, zal in het voorjaar verschijnen.
Het lijkt geen nieuws dat in Neerlandistiek aandacht moet krijgen, maar dat is toch een vergissing. In deze omvangrijke delen is een schat aan kennis over de zeventiende en achttiende eeuw ter beschikking gekomen. De eerste twee delen bevatten biografieën van wat de hoofdredacteur van dit werk, em. hoogleraar theologie W.J. op ’t Hof, graag ‘vroomheidsbevorderaars’ noemt. Ook literatoren hebben hier een plaats gekregen.
Maar de grootste interesse van historici en neerlandici zal uitgaan naar de drie thematische delen. Daarin worden onderwerpen behandeld die specifiek zijn voor de Nadere Reformatie, die immers het uitdragen van het doorleefde protestantisme voor de hele samenleving voorstond. Vroomheid dient niet tot het individu beperkt te zijn. Dat heeft tot gevolg dat de leiders van de Nadere Reformatie zich met tal van facetten van de toenmalige samenleving hebben bezig gehouden en zich in woord en geschrift ook over tal van onderwerpen hebben uitgelaten. Zo zijn er, naast lemma’s over theologie en kerkelijke aangelegenheden, ook stukken over bijvoorbeeld armenzorg en boekgeschiedenis, dobbelen en dronkenschap, grafzerken en haardracht, kaapvaart en kermis, lijkpreken en rampen. Alles bekeken, en als het zo uitkomt, negatief bekeken, vanuit de gezichtshoek van de NR, maar met grote kennis van zaken en met belangwekkende en uitgebreide literatuuropgaven. Als disclaimer voor deze aankondiging:
Ik heb zelf, hoewel een buitenstaander, een paar lemma’s bijgedragen die met literatuur te maken hebben. Als hij nog had geleefd, was deze taak natuurlijk aan Leen Strengholt toegevallen. De opdracht heeft me wel problemen gekost. Protestantse auteurs, die in hun poëzie ook van hun doorleefd geloof blijk hebben gegeven, zoals Huygens, of Jeremias de Decker, of zelfs de predikant Revius, hebben geen plaats gekregen in het biografische deel omdat zij toch niet tot die specifieke groep ‘vroomheidsbevorderaars’ behoorden. Wél Cats, zij het niet zonder mitsen en maren, omdat hij een toneelstuk heeft geschreven dat ook opgevoerd is, en toneel was uit den boze. Mijn opdracht voor het lemma Literatuur was dus niet een overzicht geven van de protestants-christelijke letterkunde, maar de vraag beantwoorden: hoe verhield zich de NR zich tot de toenmalige literatuur.
Met deze publicatie heeft deze groepering, grosso modo samenvallend met de huidige Biblebelt van de Veluwe tot Zeeland, een monument voor zichzelf opgericht. Ook in de zeventiende en achttiende eeuw waren ze een minderheid binnen de toenmalige Gereformeerde Kerk maar hun invloed is groter geweest dan getalsmatig te verwachten was. De redactie verdient bewondering dat ze dit zeer omvangrijke, langjarige project met hulp van tal van medewerkers die voor het overgrote deel uit de eigen kring stammen, tot een goed einde heeft weten te brengen.
W.J. op ’t Hof. Encyclopedie Nadere Reformatie IV. Kampen: Kok, 2022. Bestelinformatie bij de uitgever.
Ton Harmsen zegt
Voor de neerlandistiek zeker interessant! In haar onlangs verschenen boek Dissenting daughters, reformed women in the Dutch republic behandelt Amanda Pipkin het werk van zes schrijvende vrouwen uit de Nadere Reformatie: Cornelia Teellinck (1553-1576), Susanna Teellinck (1551-1625), Anna Maria van Schurman (1607–1678), Sara Nevius (1632–1706), Cornelia Leydekker (1654–1725) en Henrica van Hoolwerff (1658–1704). Bij het lezen van hun werk is de encyclopedie van Willem Jan op ’t Hof een nuttig hulpmiddel. Schrijvers passen niet in een hokje, maar men moet wel weten tot welke kring ze behoren.
pietavanbeek zegt
In het vijfde deel komen zeer uitgebreid de Vrouwen van de Nadere Reformatie aan bod, veel diverser dan men ooit dacht.