Gisteren begon een werkgroep tweedejaarsstudenten Nederlands in Groningen met mij aan een avontuur dat een half jaar zal duren: een onderzoeksatelier over de literaire verbeelding van het Waddengebied. Niet toevallig gebeurt dat aan de Universiteit van het Noorden, want Groningen ligt ergens en niet nergens. Voor mij komt een wens in vervulling.
Afgelopen zaterdag bereidde ik al enig veldwerk voor op Schiermonnikoog (eiland der ziel), want studenten die lezen en schrijven over klimaatliteratuur en ecokritiek moeten ook hun zintuigen laten werken, het slik in de kwelders om de voeten voelen (en het water in de schoenen), de wind om hun hoofd horen, de gevolgen van plastic in zee met eigen ogen zien (evenals het booreiland boven Ameland) en zo de dynamiek van een uniek en kwetsbaar intergetijdengebied ervaren.
We trappen af met Bruno Latour (over het parlement der dingen), Amitav Ghosh (over de klimaatcrisis en onze verbeelding), Mathijs Deen (zijn geschiedenis van de Wadden) en Koos Dijksterhuis (zijn ‘Eilandgevoel’), met fotoboeken, documentaires, verhalen en gedichten. Wat is de status van Unesco Werelderfgoed? Hoe kan de neerlandistiek een bijdrage leveren aan de (re)presentatie en verbeelding van deze internationale en osmotische strook van 20 bij 600 kilometer?
Gisteren ging het over de analyse en ontwikkeling van beproefde en nieuwe personificaties en metaforen, literaire kunstgrepen bij uitstek, waarmee een gebied in taal tot leven kan worden gewekt in het hoofd van lezers en kijkers; over de communicatiestrategie van Natuurmonumenten en Werelderfgoedcentrum; over de sociale en cognitieve dimensies van overdrachtelijk taalgebruik. Wat zijn bijvoorbeeld de implicaties van een voorstelling van getijdenwerking en seizoenswisselingen als, zo weten we sinds Huizinga, zoiets elementair menselijks als ‘een spel’?
Ik verheug mij op de samenwerking met een eigenzinnige groep studenten, met de partners van binnen en buiten de letteren – van boswachterij tot zeehondencentrum – en met het eiland dat onze uitkijkpost zal zijn. Verwachte resultaten: evenveel teksten als studenten, een adviesrapport voor een toekomstige tentoonstelling en een klein symposium.
Ik zal er hier af en toe eens verslag van uitbrengen, mocht het u interesseren.
O ja, en vergeet uw statiegeldplastic niet: kantine Harmoniegebouw!
Jan Willem van der Weij zegt
Wat een mooi project. Ik hoor of lees er graag meer over.
Arno. zegt
Opdat niet de indruk ontstaat dat Jan Willem de enige is, sluit ik me bij hem aan. In elk geval wat betreft zijn tweede zin. Over die eerste denk ik graag na nadat er aan de tweede is voldaan.