Duinen
Goud suizelwuift, als tarwe rijp en blond,
Een hellemveldje op hoogen duinekruin.
In duindal bloeit een duizend-bloementuin,
Als kinderoogen zien die bloempjes rond.
Het duin bij zee lijkt somber heidebruin,
Waar ’t zwart der netten overspreidt den grond.
En ’t grazig plekje waar ‘k een geitje vond
Gelijkt me een weitje idyllisch, diep in duin.
Zoo vind ik weer in wat van verre leek
Een eenzaam-leege eentoonge woestenij,
Den zachten lach van wie mij ’t liefste bleek,
Mijn trouwen God van Schoonheid, blauw en blij
Bestraalt zijn blik genadevol mijn bleek
Eenvoudig leven, dat daar vreugde in zij.
Hélène Swarth (1859-1941)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht in hun mail
Laat een reactie achter