Behalve de man die het Volkskrant Magazine het mooiste blad van Europa vond, heb ik nooit een wonderlijker kerel gekend dan Jos Joosten.
Jos Joosten, wiens ochtendlijke facebookberichten je leest als je ’s avonds laat thuiskomt, Radio 1 zachtjes leuterend op de achtergrond. Jos Joosten, de criticus en de wetenschapper die de kritiek op de wetenschap bepaald niet schuwt. Jos Joosten, de hoogleraar en biograaf die hooggeleerde vraagtekens plaatst bij de biografie als wetenschappelijk genre; de zorgvuldige analist en de gepassioneerde lezer; de beminnelijke polemist – kortom: de verdeelde mens.
Die mens verrast ons vandaag met een nieuw werk. Hoera! Een boek van Jos Joosten! Een vrolijk boek nog wel, zo verzekert de schrijver ons, over een vrolijke wetenschap. Een boek waarin Jos nieuwe wegen inslaat. Zo moeten zijn trouwe lezers het deze keer stellen zonder Asterix en Obelix, maar krijgen zij in plaats daarvan een verklarende plaat uit het Suske en Wiske-album De Tuf-Tuf-Club, waarop een kalm kuierende dorpsveldwachter tevreden voor zich uit mijmert: ‘Fijn beroep… mijn beroep!’
Over dat beroep gaat het natuurlijk – dat van modern letterkundige neerlandicus – en over die Tuf-Tuf-Club: de neerlandistiek.
Jos belooft zijn lezers een vrolijk boek. De knipoog naar Gerard Reves Tien vrolijke verhalen – waarin misantropie en morbide horror de boventoon voeren – is niet te missen. Toch is Hoera! Een boek ook écht een vrolijk boek. Het is ronduit een verademing om te midden van de soms somber stemmende crisispraat een boek te lezen waarin op nuchtere toon wellicht het einde het van literaire pact wordt aangekondigd, mogelijk zelfs het einde van literatuur als autonoom cultureel genre, maar zonder neerslachtigheid of nostalgie. Ja, het literaire werk treedt buiten zijn oevers (deed het dat niet altijd al en deden wij niet alsof dat niet zo was?), maar juist dat gegeven – het overlopen van roman en dichtbundel in het maatschappelijke debat – legt een heel rijk onderzoeksgebied open. Het onderzoek naar literatuur is veel meer dan een bijzaak in actuele debatten over klimaatverandering, postkoloniale excuses, genderongelijkheid en klassenschaamte, om maar eens vier brandende kwesties te noemen. Bovendien is literatuur, evenals de studie van literatuur, een onuitputtelijke bron van kennis en geluk.
De neerlandistiek is een zelfbewuste en vitale discipline, die zich goed bewust is van haar wetenschappelijke en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Toegegeven, het financiële verdienvermogen van de letterkundige neerlandistiek is wellicht beperkt. Zo zal mijn manager zich ongetwijfeld afvragen of ik deze avond in Nijmegen ook kan kwantificeren. Maar de wetenschappelijke kwaliteit en de maatschappelijke uitstraling van het werk van onze taalkundigen, taalbeheersers en letterkundigen is niet te onderschatten. Vorige week begon de negentiende editie van de Nijmeegse postacademische cursus over recente Nederlandse en Vlaamse letterkunde, voor wederom enkele honderden geïnteresseerde lezers – om maar eens iets te noemen. Het Groningse equivalent – de reeks Spraakmakende Boeken – koerst nu af op zijn dertigste jaargang met ook weer honderden deelnemers. Alle reden om uit het defensief te komen. Jazeker, #wijzijnneerlandici.
Er wordt in Hoera! Een boek natuurlijk het nodige veldwerk verricht en het zal kenners van het werk van Jos Joosten niet verbazen dat dit gebeurt op het kompas van de Franse cultuursocioloog Pierre Bourdieu. Het gaat dus over de manier waarop mensen in uiteenlopende sociale rollen – bijvoorbeeld die van hoogleraar Nederlandse Letterkunde – betekenis en waarde toekennen aan literatuur en aan de studie van literatuur. We lezen over de zelfpresentatie van schrijvers, over de positie van de neerlandicus in literaire en letterkundige debatten, over het imago van het schoolvak en de studie Nederlands. Maar ook worden we getrakteerd op boeiende besprekingen van recente Vlaamse en Nederlandse literatuur in de afdeling ‘Mijn kleine canon’. Zelf bestelde ik (beter laat dan nooit) onmiddellijk de door Jos besproken boeken van Willem Claassen (De koe die de Waal over zwom) en Levina van Winden (De eerste krasjes), die laatste bundel alleen al vanwege de door Jos geciteerde versregels ‘als iemand me onverwachts vraagt hoe het gaat / ben ik zelf ook wel benieuwd’.
De recensies in Hoera! Een boek zijn evenzoveel pleidooien voor literatuur als kunstvorm, voor de roman als stijlvol gecomponeerde wereld. Tegenover het kleine, inleefbare en herkenbare plaatst Jos de ironie, de geestigheid en de zelfreflectie.
Het veldwerk brengt ook met zich mee dat er puin wordt geruimd. Om Lambik dan maar te citeren, uit de al genoemde Tuf-Tuf-Club: “Bereden politie??… Wat komt die hier nu doen?” Zo lezen we over de columnistische flodders van Abdelkader Benali, over het proza van de vuttende procuratiehouder Jan Siebelink, het zelfbeklag en de puberbravoure van Dimitri Verhulst, het feitenvrije gelul van Özcan Akyol en de edelkitsch en pseudoromantiek van Thierry Baudet (Jos Joosten: ‘Lees ik Baudets proza dan heb ik het gevoel dat James Last de literatuur is binnengemarcheerd’).
Voor alles las ik Hoera! Een boek als het verhaal van een bevlogen letterkundige, die laat zien wat we doen, waarom en voor wie. Een korte passage uit het boek:
In de inmiddels ruim drie decennia dat ik op uiteenlopende letterenfaculteiten werkte of gastcolleges gaf, ben ik tal van collega’s tegengekomen – de een briljant, de ander een tobberige zwoeger, de een een kommaneuker in gedichten van een obscure avant-gardist, de ander een cultuurfilosoof van het brede gebaar, sommigen vrienden voor het leven, anderen totale eikels – maar wat ze allemaal, zonder uitzondering, gemeenschappelijk hebben, is de onvoorwaardelijke passie voor de literatuur en de drang die over te brengen op nieuwe generaties jonge mensen, en daar met nauwgezet werken een compleet leven aan wijden.
Geachte aanwezigen, U mag zelf bepalen tot welk van de bovengenoemde types u de collega die naast u staat rekent.
Beste Jos, zo zie ik jou het liefst: als de inspirerende en betrouwbare partner in maar liefst twee prachtige promoties aan de Radboud Universiteit, als de letterkundige van het brede gebaar, als de goedlachse schavuit op de foto van Joanne Joosten op de binnenflap van jouw boek – het forse glas bier decent buiten beeld gehouden – ‘gelukkig brommend van geloof’, om het met de jou dierbare dichter H.H. ter Balkt te zeggen – niet in jezelf maar zeker wel in de literatuur en in de neerlandistiek.
O ja, en om de toch heus niet geheel afwezige Obelix aan te halen: ‘iemand die zo everzwijn klaarmaakt, kan geen slecht mens zijn.’
Uitgesproken tijdens de presentatie van Jos Joosten, Hoera! Een boek over Nederlands en Nederlandse letterkunde van nu (AFdH Uitgevers, 2023) bij boekhandel Roelants in Nijmegen op 9 februari 2023. Bestelinformatie bij de uitgever.
Laat een reactie achter