De zee en het atelier (2)
Gisteren verzorgde dr. Eveline de Smalen, curator van het Werelderfgoedcentrum Waddenzee, een heel goede collegemiddag voor de tweedejaarsstudenten van mijn onderzoeksatelier over de literaire verbeelding van de Waddenzee.
Blue Humanities en de Wadden.
Wat kunnen de letteren in het algemeen en de neerlandistiek in het bijzonder bijdragen aan het werk van publieke organisaties die zich bezighouden met deze beweeglijke geomorfologische regio, een gebied dat zich weinig aan grenzen gelegen laat liggen? Hoe organiseren we de dialoog tussen letterkundigen en marinebiologen, eerst in de collegezaal, en vervolgens op het eiland Schiermonnikoog en in Pieterburen?
Het was ook een middag waarop studenten lieten zien dat alles taal is. Het maakt nogal een verschil of je de Waddenzee ‘natuur’, ‘habitat’ of ‘erfgoed’ noemt. Welke metaforen kunnen we ontwikkelen om uitdrukking te geven aan een van de grote paradoxen van de moderniteit, die zich juist in het Waddengebied zo voelbaar manifesteert: dat wat we altijd als vooruitgang leerden begrijpen, de ondergang van een leefgebied tot gevolg heeft.
Inmiddels is wel duidelijk dat wie iets wil begrijpen van het Waddengebied kennis uit zeer uiteenlopende domeinen bij elkaar moet brengen: biologie, ecologie, fysische en sociale geografie, letterkunde. We bespraken ook het belang van perspectief – dat van de wetenschapper, de eilander, de toerist – en van kritisch denken als het vermogen om vragen te stellen waarmee grenzen kunnen worden overschreden. Juist het Waddengebied laat zien hoe arbitrair grenzen zijn tussen landen en regio’s, tussen land en water, tussen zandplaat en eiland. In die zin is het gebied ook een leerschool voor deze tijd, waarin grenzen zo scherp worden getrokken.
Beeld en tekst gingen mooi samen toen Eveline enkele foto’s (onder andere uit toeristische brochures) liet zien, waaronder foto’s van poserende laarzen op een strand – waardoor de mens zowel afwezig als aanwezig is. Ook keken we naar de schilderijen van de bijzondere ‘Vlielander’ kunstenaar Betzy Akersloot-Berg (1850-1922), waarop de zee, de duinen en een verlaten begraafplaats met walviskaken op de graven van walvisvaarders en commandeurs tot leven komen. Veel van haar werk is te zien in Museum Tromp’s Huys op Vlieland.
Natuurlijk leggen we ook een nader te bestuderen verzameling literatuur aan: van Jan Wolkers en Godfried Bomans (Alleen op een eiland) tot Vonne van der Meer (Eilandgasten) en van Corine Nijenhuis (Waddenwolf) tot Mathijs Deen (De Hollander). Wat geldt voor het gebied geldt evenzeer voor genres: we zoeken het overloopgebied en vinden verhalende essays, essayistische romans, psychologische thrillers en nog veel meer.
Louisa van der Pol zegt
Ik hoop dat u ons hierover veel laat weten. Vanuit de bossen ben ik kort geleden verhuisd naar Kloosterburen: een dorp tussen Lauwersoog (richting Schiermonnikoog) en Pieterburen. Wat een prachtig landschap. De gedichten van Jellema over het Waddengebied (zoals ‘Zeegezicht’ en vooral ‘Op de kwelders’) gaan nu nog meer voor mij betekenen. Wat mij aangaat, doet u steeds heel uitgebreid verslag van dit mooie project.