Onder de winnaars van de P.C. Hooftprijs was de verhouding M/V in de hele bestaansperiode tot dusver (1947-2023) voor de drie genres tezamen: 85% M en 15% V. In 2004-2023 was het gemiddelde 80% M en 20% V, dus vóór de afgelopen twee decennia waren de percentages nog schrijnender.
De figuur hierboven laat de M/V verhouding van de jury’s en de winnaars zien: blauw = % jurylid M, oranje = % jurylid V, rode stippen bovenaan = laureaat M, rode stippen onderaan = laureaat V. De Y-as loopt van 0 tot 100%, de X-as toont de jaren. De gaten in de grafiek vertegenwoordigen jaren waarin de prijs niet werd toegekend.
Hoewel het aandeel vrouwen in de jury’s de afgelopen 20 jaar is toegenomen, blijft het aantal vrouwelijke laureaten dus laag. En dat valt op. Want laten we wel wezen, het is gewoon vreemd dat impactvolle schrijvers zoals onder anderen Manon Uphoff (Proza) en Joke Hermsen (Essayistiek/Beschouwend proza) met hun gedurende vele decennia opgebouwde, rijke oeuvres deze prijs nog niet in ontvangst hebben mogen nemen.
M/V-verhouding naar genre
Uitgesplitst naar genre was de verhouding M/V tot dusver:
De figuren hieronder tonen per categorie de M/V verhouding van de jury’s en de winnaars: blauw = M, oranje = V, rode stippen bovenaan = laureaat M, rode stippen onderaan = laureaat V. De Y-as loopt van 0 tot 100%, de X-as toont de jaren. De gaten in de grafieken vertegenwoordigen jaren waarin de prijs niet werd toegekend.
De bedroevende cijfers voor romanciers en dichters (V) daargelaten (ik kom daar later op terug): hoezo is de P.C. Hooftprijs voor essayistiek nog nóóit naar een vrouwelijke auteur gegaan? Ik zou verwachten dat tenminste één keer een jurylid of liever nog -voorzitter deze onwaarschijnlijke ‘trend’ zou hebben opgemerkt en onvermurwbaar dwars zou zijn gaan liggen.
(De P.C. Hooftprijs voor Essayistiek 2023 is al vergeven. Zullen we namen gaan aandragen voor 2026? En denk niet te snel over een mogelijke gegadigde: zij is te jong. Dat argument heb ik in 2000 als jurylid van deze prijs al een keer met feiten kapot moeten slaan. Wat beschouwend proza betreft: de jongste winnaar tot dusver was 46 (Rudy Kousbroek, de laureaat van 1975), dus ook tweede-helft-veertigers zijn verkiesbaar.)
M/V-verhouding en leeftijd
Hieronder drie afbeeldingen met samenvattingen van de P.C. Hooftprijs (1947-heden), met de heren in blauw en de dames in oranje. Op de verticale as staan de leeftijden van de laureaten, op de horizontale de jaren. De stippellijnen tonen de globale leeftijdtrends.
De gemiddelde leeftijd van de winnaars was per categorie:
Vrouwelijke laureaten moeten dus gemiddeld 7 jaar langer hebben geleefd en gewerkt dan mannen.
Eerder liet ik al zien dat vrouwelijke romanciers en dichters hooguit 1 op de 4 keer dat de P.C. Hooftprijs voor Proza of Poëzie wordt uitgereikt, daadwerkelijk een kans maken deze in de wacht te slepen. Dat is dus per genre hooguit ééns per 12 jaar (voor mannelijke auteurs geldt ruim het drievoudige).
Ik heb me suf zitten piekeren over de vraag hoe het seksisme van de P.C. Hooftprijs geneutraliseerd kan worden en stel het volgende voor:
- Aanstaande juryleden, vecht voor vrouwelijke laureaten. Dat deed ikzelf al in 2000, in de jury voor Poëzie. Mijn insteek lukte dankzij mijn grafieken en een feministische voorzitter genaamd Wiljan Van Den Akker: de winnaar was Eva Gerlach. (En ja, later trouwde ik met die voorzitter.)
- Aanstaande juryleden, besef dat er over vrouwelijke auteurs, behalve over de kwaliteit van hun werk, kennelijk ook een vooroordeel bestaat over hun leeftijd: geschikte kandidaten (V) worden al snel ‘te jong’ gevonden. Doe ook daar niet aan mee. Want waarom zouden vrouwelijke laureaten zowat in hun graf moeten liggen als deze eer hen te beurt valt?
- Bestuur van de P.C. Hooftprijs, schaf de eis af dat de laureaat nog in leven moet zijn. Want anders blijven we opgescheept met die malle 85% M en 15% V van 1947-2023, waaronder núl vrouwelijke laureaten binnen de Essayistiek. Gun de eer eindelijk ook eens aan Carry van Bruggen, aan Annie M.G. Schmidt, aan Doeschka Meijsing, enzovoorts.
Mijn voorspelling voor 2024, als de Poëzie weer aan de beurt is: de winnaar is een man. Hij is relatief jong en heeft niet-Nederlandse ‘roots’. Leve de inclusiviteit van de P.C. Hooftprijs.
Kleine voetnoot: de leeftijden van de laureaten heb ik berekend als ‘jaar van de prijs minus geboortejaar van de laureaat’, daar kan een kleine onzorgvuldigheid in zitten omdat ik de maand van geboorte buiten beschouwing heb gelaten).
Mijn bronnen zijn Doorluchtig glas van Kees Fens (1997) en de website van het literatuurmuseum.
Dit stuk is een door de redactie van Neerlandistiek gemaakte montage van drie door Esther Jansma op Facebook geplaatste posts.
Wiljan van den Akker zegt
Beste Marc: mooi dat je dit gedaan hebt! Groet van Wiljan
Marc Kregting zegt
Geweldige montage, met even structurele als ontluisterende cijfers! Als dit soort informatie op Facebook staat, dan mogen mijn vooroordelen over dat sociale medium in de prullenbak.
Waarschijnlijk omdat ik een man ben snap ik nog altijd niet dat al deze treurige cijfers een bewijs vormen voor ‘het seksisme’ van de P.C.-Hooftprijs (dezelfde combinatie van bepaald lidwoord en vergrijp zat in de ondertitel van het FixDit-pamflet Optimistische woede). Seksisme betekent volgens Van Dale ‘discriminatie op grond van geslacht’. Er valt over te twisten of dit actief of passief gebeurt, maar nu lijkt het alsof juryleden een vergadering binnen zijn gegaan met het voornemen geen vrouw te bekronen. Dat zou een rare ‘insteek’ zijn.
Het idee om ook gestorven auteurs in aanmerking te laten komen vind ik origineel, maar toont het niet een ander Nederlands hardnekkigheidje, dat van de naoorlogse verzetsstrijder? Wel kan het gekoppeld worden aan canontoetsingen.
Verder twee details, waarvan me duister is of ze te maken hebben met geplogenheden van Facebook.
Als het de bedoeling is te wijzen op een breder palet van auteurs, waarom worden er dan voor proza en essay twee namen genoemd die al vaak vallen? Ik zou zo tien grootse vrouwelijke auteurs weten die al blij mogen zijn wanneer de verschijning van een nieuwe titel wordt opgemerkt. Hen vermelden is pas echt ‘inclusiviteit’! Of is consensus het oogpunt? Dan zou ChatGPT kunnen jureren.
De voorspelling voor de komende laureaat poëzie suggereert atletische intenties bij juryleden: we kiezen geen vrouw, geen schrijver op leeftijd en geen Nederlandse roots. Ideale parameters voor ChatGPT! Maar als voorspeld wordt dat de gelukkige Mustafa Stitou heet, dan zou die bekroning hooguit aan de late kant zijn – Stitous werk heeft als geen ander van begin af geleerd hoe ‘stigmatiserend’ categorieën zijn waaraan niets valt te veranderen.