De zee en het atelier (5)
Daags na het historische VN-verdrag over de bescherming van 30% van de oceaan in 2030, buig ik mij samen met de studenten in het Groningse onderzoeksatelier over de literaire verbeelding van het Waddengebied over een klassieke tekst uit de wetenschapsgeschiedenis: De zee van Rachel Carson uit 1950.
Wat heeft een baanbrekend natuurwetenschappelijk boek als The Sea Around Us eigenlijk te maken met moderne Nederlandse letterkunde? Het begin van een antwoord kan worden gevonden in het boek zelf. Mariene bioloog Carson laat ieder hoofdstuk voorafgaan door een motto in de vorm van een citaat uit de wereldliteratuur: Genesis en Job, Homerus, Shakespeare, Milton, Swinburne, Shelley, Matthew Arnold en Llewelyn Powys (“Diepe, schroomvallige aardpoëzie”). Haar belezenheid blijkt ook uit de manier waarop zij observaties over geologische ontwikkelingen en oceanische getijdencycli verbindt met historische bronnen als de Edda, getuigenissen van druïden, middeleeuwse kronieken en latere reisverslagen. Bovendien is haar taal buitengewoon beeldend: vergelijkingen, metaforen en personificaties dragen bij aan de veraanschouwelijking van complexe fysisch-geologische, meteorologische en oceanografische vragen en inzichten. Bekend werd haar beeld van de oceaan als ‘wereldthermostaat’, als veranderlijke regelaar van de klimaatzones. Beeldend zijn ook de laatste zinnen van haar boek. Over de zee schrijft zij daar wat de Ouden al wisten:
Haar mysterieuze verleden omvat de volledige, vage herkomst van het leven, en uiteindelijk ontvangt ze, nadat het wellicht vele veranderingen heeft doorgemaakt, de dode omhulsels van datzelfde leven. Want uiteindelijk keert alles terug naar de zee, naar Oceanus, de oceaanrivier, zoals de eeuwige stroom van de tijd, het begin en het einde.
Klimaatverandering is een rode draad in haar boek. Carson heeft oog voor de economische en politieke gevolgen van die veranderingen gedurende tientallen eeuwen, maar kan zich in 1950 nog nauwelijks voorstellen dat de mens op die lange en kortere cycli (de opwarming van de bovenkant van de aarde vanaf ongeveer 1900) enige invloed kan uitoefenen, anders dan dat die mens zich verweert en aanpast: “De slinger beweegt”.
Rachel Carson werd niet oud, maar leefde lang genoeg om te zien dat de mens – inmiddels met atoomwapens uitgerust – wel degelijk een beslissende invloed heeft op die wereldthermostaat. Niet toevallig draagt een van de belangrijkste interdisciplinaire onderzoekscentra op het gebied van klimaat en samenleving, gevestigd in München, haar naam. In het voorwoord bij de editie van 1961 schreef zij:
Het is een merkwaardige situatie dat de zee, waarin het eerste leven ontstond, nu wordt bedreigd door de activiteiten van een van de vormen van dat leven. Maar de zee, hoewel op een noodlottige manier veranderd, zal blijven bestaan; het is juist het leven dat wordt bedreigd.
Rachel Carson maande tot bescheidenheid, al bleef ook haar activisme niet onopgemerkt. De fossiele industrie verketterde haar tot haar dood in 1964. In zekere zin ontmoet Bruno Latour (zie aflevering 4) haar in zijn essay Waar kunnen we landen (2017), waarin hij “de attractor van het mondiale-plus en het globale” aanwijst als de doodlopende weg van het megalomane project van de moderniteit: de illusie dat de natuur door de mens kan worden geobjectiveerd, beheerst en gekoloniseerd; de illusie ook van ongelimiteerde groei, die de totale destructie van het leven tot gevolg heeft. Zie de figuur uit zijn boek, volgens zoon een typisch geesteswetenschappelijke manier van modelleren (alleen te doorgronden door de maker van het model), die denk ik precies laat zien waarom echt grote vraagstukken het niet zonder de gedachte-experimenten van die geesteswetenschappen kunnen stellen.
Terug dus naar de literatuur, naar de moderne Nederlandse letterkunde. Naar Waarachtige beschrijvingen uit de permafrost van Donald Niedekker uit 2022, de uitzonderlijke roman waarvoor we hem onlangs in Den Haag de F. Bordewijkprijs mochten uitreiken. Als gevolg van de opwarming van het noordelijke poolgebied ontwaakt het bewustzijn van een op 27 januari 1597 gestorven en onder het ijs begraven dichter, bemanningslid van de fatale expeditie van Willem Barentsz die strandde op Nova Zembla. Veel heeft hij gezien, ver kan hij schouwen, veel kan hij verhalen. De dooi doet zijn woorden stromen.
Dit landschap dwingt tot deemoed, de moed een mindere te zijn.
En nu: het zeegat uit!
Bronnen
Rachel Carson, De zee. Vertaald door Nico Groen, met een voorwoord van Jaap van Tielbeke. Amsterdam 2022.
Bruno Latour, Waar kunnen we landen? Politieke oriëntatie in het Nieuwe Klimaatregime.Vertaald door Rokus Hofstede. Amsterdam 2018.
Donald Niedekker, Waarachtige beschrijvingen uit de permafrost. Uitgeverij Koppernik 2022.
Cornelis W. Schoneveld zegt
Tussen de door Rachel Carson genoemde Engelstalige dichters over de zee, had niet misstaan een vermelding van Andrew Marvell’s “The Character of Holland”‘ (1653) als “This indigested vomit of the Sea”, gekozen als uitsmijter in mijn vertaling van Andrew Marvell, Gedichten (De wilde tomaat, 1915, pp. 151-163).