Schoon Vrouwenhaer
Ai lief, verhoe myn sneven.
Uw mingevangen bidt.
Verhoor hem daer hy zit.
Hier gelt het lyf en leven.
Hier zyn, ô wondre last!
De lichte ketens zwaer, de losse boeien vast.
Als gy, met zuivre vingertjes,
De koele roosjes plukt,
En op uw lokjes drukt,
Geef dan maer zoete slingertjes,
En pers, uit tedre min,
Dat golvend goutdraet zacht: myn hartje schuilt’er in.
H.K. Poot (1689-1733)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter