In het Couperus-jaar 2023, honderd jaar na zijn overlijden, wil ik meer van Couperus’ werk (her)ontdekken en belichten, in de hoop dat vele lezers volgen. Ik deel maandelijks een leeservaring. Doe mee, lees mee en deel je ervaringen ook: #IkLeesCouperus.
In de Facebook-groep ‘Leraar Nederlands’ is deze vraag al talloze keren gesteld: ‘Welke Nederlandse literatuur raad ik leerlingen aan die het liefst fantasy lezen?’ Ik heb niet geturfd, maar ik schat dat de top 3 in de antwoorden is: De komst van Joachim Stiller (Hubert Lampo), Alles wat er was (Hanna Bervoets) en Hex (Thomas Olde Heuvelt). Couperus komt maar één of twee keer voorbij. Dat lijkt me een misverstand. Ik las de sprookjes van Couperus en ik denk dat het tijd is voor een heruitgave van deze verhalen voor alle fantasy-fans met wie docenten zich (klaarblijkelijk) geen raad weten.
Als het gaat om de fantasy-vraag en Couperus, denk je als eerste aan Psyche en Fidessa. Worden die boeken überhaupt gelezen door leerlingen? In het onderzoek van Jeroen Dera naar de leeslijst (De praktijk van de leeslijst, 2019) komt Psyche twaalf keer voor, Fidessa helemaal niet. Een van de twaalf Psyche-lezers was een havoleerling, de rest vwo. Dit was een onderzoek onder ruim 1600 leerlingen, meer dan 15.000 gelezen boeken. De kleine Johannes (Frederik van Eeden) kwam wel 96 keer voor, Eric of het kleine insectenboek (Godfried Bomans) 109 keer.
Ik las deze maand van Couperus: Psyche, Fidessa, De verliefde ezel, Babelen Over lichtende drempels. Geef zijn mooiste sprookjes uit in een stevig boek, doe er een prachtige zwarte kaft om met in sierlijke zilveren lijnen een moderne variant van Toorops omslag van Psyche, bedenk een mooie verzameltitel (Fidessa en andere fantasy-verhalen) en geef recensie-exemplaren aan alle docenten en Booktokkers. Misschien verkoopt het iets minder dan Harry Potter of Drakenhart, plak er nog een sticker op ‘geschikt voor de leeslijst’ om wat extra publiek voor je te winnen (ouders, uiteraard).
Zijn alle verhalen uit Couperus’ sprookjeswereld geschikt voor de fantasy-fan in havo 4? Psyche en Fidessa zijn het meest sprookjesachtig, met nimfen, ridders, mythische wezens (een eenhoorn!), magische krachten en liefde. De verliefde ezel is een andere categorie, de schrijver liet zich inspireren door De gouden ezel van Apuleius: kern van het verhaal is een jongeman die in een ezel verandert zodra hij verliefd wordt. Als ezel maakt hij ellendige, voor de lezer vermakelijke dingen mee. Net zo goed vinden we hier heksen, toverkracht en een verliefde ezel, kortom: magische krachten en liefde. Deze verhalen zijn goed te lezen, zonder hertaling en voetnoten.
De sprookjes van Couperus hebben altijd wel een wat grimmiger kant, de dood is nooit ver weg. Babel lijkt mij niet geschikt voor een breed publiek. Ten eerste is de taal wat heftiger impressionistisch, wat niet iedereen altijd zal kunnen volgen en waarderen. Verder geldt voor Babel dat het idee wel interessant is – de bekende bijbelse toren van Babel wordt opnieuw gebouwd en hoofdpersoon Cyrus wil hieraan meedoen – maar dat de uitwerking op de een of andere manier niet werkt. Er gebeurt heel veel, fantastisch is het zeker, maar het is te veel, het is moeilijk om in dit verhaal te blijven geloven.
En dan is er nog de bundel Over lichtende drempels. Het verhaal met dezelfde titel lijkt mij eerder een negentiende-eeuws melodrama met een spookverschijning, dat maakt het nog geen sprookje: een moeder sterft en haar man en kinderen komen haar geheim te weten, de jongste dochter heeft een andere vader. Pas als zij er vrede mee hebben, kan de moeder rust krijgen in het hiernamaals. De sprookjes in deze bundel zijn grimmig en niet erg leuk. (‘Moet het dan allemaal leuk zijn tegenwoordig?’ Wel als er genoeg te kiezen valt.) Neem in een heruitgave ‘Van de prinses met de blauwe haren’ mee en vooruit, ‘Van de kristallen torens’ en je hebt nog twee verhalen vol magische krachten en liefde.
Tip voor de leraar Nederlands die niet kan wachten op zo’n uitgave: al het werk staat online in de DBNL (linkjes bij de titels hierboven). Lees het voor in de klas op een dromerig middaguurtje. Geniet.
Ina Schermer zegt
Vergeet ook ‘Antiek toerisme’ niet. Geestig, in een aantal opzichten heel ‘modern’ en te relateren aan allerlei hedendaagse kwesties (slavernij, buitenlandse arbeidskrachten, gewiekste zakenlui) en tegelijk romantisch.