Goede Vrijdag
Hoe moe, hoe ziek en uitgestreden
mijn hoofd ligt op den tafelrand:
zij komen, norsch en ontevreden,
met hoongelach, o doodarm land,
dat van hun groote, grove woorden
en harde handen meer nog lijdt, –
denk aan de stemmen die zij smoorden
en de verspilde teederheid.
En Jezus Christus dien zij voeren,
den kroongetuige van hun waan,
die langs de ijdelheid, de hoeren
en platte, platte pret moet gaan.
Hij, zoo geduldig, laat zich sleepen –
mijn hoofd ligt op den tafelrand.
O Jezus, doe mijn hoogmoed zweepen,
maar red mijn arme, arme land.
Jan Engelman (1900-1972)
uit: Sine nomine (1930)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht
Laat een reactie achter