Aardrijkskunde
Mensen van wolken en wind verzwijgen
mijn ondergang. Immers
de muur van mijn rug
zit vol losse stenen.
Ik weet mij bouwvallig
en sta alleen.
Waarom mogen dieren niet spreken, god,
als de mensen zwijgen.
Ik haat uw schepping meer,
dan in het landschap mijn treinen
dan in uw witloof, mijn bitterheid.
•••
De Vuren en de Lichten uitgedoofd
Een lichtblauwe wang van de avond vol rimpels
als van een matrone.
Hoe groen en moe zijn de bloesems der husaren,
die mooi en rood tussen gepelsde armen slapen.
Hun wapen dat zij in de klaagmuur sloegen glimt,
terwijl het masker op hun ribben pijn doet
en morgen nog meer pijn zal doen.
Straks trekt de maan haar zware zijden kousen aan
een eet het hart van overmorgen reeds
als een praline op.
Paul Snoek (1933-1981)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht in hun mailbox
Laat een reactie achter