•• Uit Het witste woord, het poëziedebuut van schrijfster en filosofe Eva Meijer.
Je noemt het een gesprek
Soms ben je een zwerm spreeuwen. En al die spreeuwen dragen op hun
rug een sterrennacht. Alsof ze willen zeggen dat de tijd van iedereen is,
elk moment een veertje. Elke gedachte is een vogel en een schaduw op
het meer.
Ook onder water vormen woorden zinnen, net als vissen. Tussen woorden
wordt iets waar.
Jij was al waar. Maar soms ben je een gedachte, zachter dan een veertje,
zachter dan een sterrennacht, die ik opvouw en weer uitvouw. In de
vouwen zit een antwoord.
Ik woon hier in de zwarte bomen. Vroeger was ik iemand in de verte. Jij
wilde meegaan met de vogels. En alle dingen die we zagen bleven plakken.
En aan het einde van de dag begint de sneeuw. Daar lopen honden zonder
geheimen. De tijd is het vertrouwen. Meer kan ik toch niet zeggen.
Wat is een zwerm spreeuwen? Woorden zoeken woorden om van te
houden. Het is maar een gedachte. Een zwarte vogel in de verte, gouden
sterren. Het gaat juist om het dichtbij zijn, dat weten alle dieren, hoef
ik jou niet te vertellen. We lopen tussen zwarte bomen, honden spelen
in de sneeuw, je noemt het een gesprek. Er is een reden.
Eva Meijer (1980)
uit: Het witste woord (2023)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter