Liefdesnacht
Wanhopige geur die zoet als van sandelhout
Droomerig lauw de lippen overspeelt:
Waar vind ik ’t koel gestolde zinnebeeld
Dat in uw stroomen zich nog bovenhoudt?
De moeder bracht mij ver op reis, want nu
Verdwijn ik in vergankelijke tropen,
In teed’ren middengordel, zinloos luw…
Daar komt een zin de polen afgeslopen:
Verdringende dien geur van sandelhout
Slaat ’n ijskorst splitsend om ons neer;
Onze adem wordt daar in dien hoek vreemd koud
Bevroren tot een wieg, een witten speelgoedbeer.
Simon Vestdijk (1898-1971)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht in hun mailbox
Laat een reactie achter