•• Gister was het de honderdste sterfdag van Louis Couperus. Daarom gedenksteen. En recensies van al zijn werken.
Endymion (XI)
Toen Lysia twaalf was, is zij plots verdwenen,
En ’k vroeg mijn ouders: ‘komt zij niet weêrom?’
Inias, dertien, op de punt der teenen,
Verdween in dicht gedrang en menschendrom.
’k Bleef een paar dagen om mijn zusjes weenen;
Mijn ouders troostten mij, zeiden: ‘Kom, kom!’
Zij wisten wel, waar beiden waren henen.
Ik was nog héel klein, en ik was nog dom.
Voor Lysia kregen dertig ptolomeeën
Mijn ouders en zij waren heel tevreeën;
’k Geloof, zij kregen niets voor Inias;
Die was gevlucht; zij deed haar eigen zaken;
Mijn ouders zeiden: goed zoû zij ’t niet maken,
Omdat zij een ontaarde dochter was.
Louis Couperus (1863-1923)
uit: Endymion
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail
Laat een reactie achter