Lang geleden werkte ik op de Openbare Bibliotheek Deventer. Tijdens de uitleendienst kreeg je dan weleens van een bezoeker te horen dat hij of zij de bibliotheekpas niet bij zich had. Dan was het de bedoeling dat de medewerker het kaartje met de naam van die persoon uit het ledensysteem opviste om de uitleen van boeken toch doorgang te laten vinden. Op een dag stond er een meisje voor me dat haar bibliotheekkaart had vergeten. Ik vroeg haar naam. Kutschruiter was het antwoord. Ze keek er niet al te blij bij. Jaren later had ik een student die Windgassen als achternaam had. Zij vond dat merkbaar vervelend. Een goede vriend van mij had vroeger de achternaam Pik. Ook hij was erg ontevreden over zijn naam. Het probleem met deze namen is dat ze ongewenste associaties oproepen. De tweede roept een beeld op van tweevoudige flatulentie, terwijl de andere twee onmiddellijk in verband worden gebracht met de menselijk geslachtsorganen. Toch is het nooit de bedoeling geweest dat bij het aannemen van een vaste achternaam de volgende generaties zouden lijden onder het dragen van de betreffende achternamen. De eerste naam komt van het Duitse Kutschreuter. Het woord kutsch betekent niets anders dan ‘koets’. Het gaat hier dan ook om de beroepsnaam koetsruiter. In de tweede naam gaat het woord gassen mogelijk terug op het Duitse Gasse ‘straat, steeg’. De naam Pik zou van oorsprong ook een beroepsnaam kunnen zijn voor een bereider of maker van pik ‘pek’. Het is tegenwoordig niet zo lastig meer als vroeger om je achternaam te laten veranderen. Vaak gebeurt dat met een kleine wijziging in de ongewenste naam. Zo zou in de eerste naam de eerste ‘u’ vervangen kunnen worden door een ‘oe’: Koetschruiter. Mijn vriend heeft een achternaam aangenomen die op geen enkele manier meer in verband kan worden gebracht met de naam waar hij van af wilde.
In deze bijdrage zal ik ingaan op de achternamen Poep en Poepjes, die aan hetzelfde doen denken, maar niets met poep te maken hebben én een heel verschillende oorsprong kennen.
De achternaam Poep
In de bijdrage Onbehoorlijke familienamen (Onze Taal 2023, nr. 3) vertelt Fieke Van der Gucht dat Rita Poep uit Vlaanderen haar naam officieel heeft laten veranderen in De Paepe. Eigenlijk moeten we hier spreken van een terugverandering, want de naam Poep komt oorspronkelijk van ‘pape’ of ‘paap’, de naam voor een katholiek of katholiek geestelijke. Dezelfde informatie vinden we in Woordenboek van de familienamen in België en Noord-Frankrijk van Frans Debrabandere (2003), waarin we onder de naam Poep verwezen worden naar het lemma Paap. We kunnen de naam Poep geografisch nog wat preciezer duiden. Onder de link Over de familienaam Poep » Genealogie Online vinden we bijvoorbeeld onder het kopje Burgerlijke stand geboorten 126 vermeldingen van deze naam over de periode 1821-1923. Daarbij wordt de naam 124 keer genoemd onder de Oost-Vlaamse plaatsnamen Aalst, Gijzegem, Heldersem en Hofstade. De familienaam Poep gaat dus terug op de naam Paap. Dit woord gaat volgens het Etymologisch woordenboek van het Nederlands van Marlies Philippa e.a. (2007) terug op een oud leenwoord uit het middeleeuws Grieks: pap(p)as.
De achternaam Poepjes
Het ligt voor de hand om bij de naam Poepjes een etymologisch verband te leggen met de naam Poep. Waar we die tweede naam in Oost-Vlaanderen moeten situeren, lijkt de naam Poepjes ontstaan te zijn in het noorden van Nederland. Het genoemde werk van Debrabandere heeft geen lemma Poepjes. Een van de twee verklaringen voor de naam is dat deze is aangenomen door een familie die afstamt van Duitse loonarbeiders. Die arbeiders werden vaak Poepen genoemd, wat een verbastering is van het Duitse Buben. Een in mijn ogen meer aannemelijke verklaring is de tweede: het patroniem van Poepje, een vleivorm van de voornaam Poppe. Deze naam kwam het meest voor in Friesland. Poepjes is een van de weinige Nederlandse achternamen waarvan sinds 1947 het aantal naamdragers is afgenomen. In 1947 droegen 563 personen in Nederland deze naam. In 2007 waren er daar nog 281 van over volgens de Nederlandse Familienamenbank van het Meertens Instituut, waarvan de grootste concentratie toen in de Friese gemeente Lemsterland woonde. In 1998 droeg geen enkele inwoner van België de naam Poepjes. In 2008 waren dat er twee volgens de site Familienamen.be..
Geen verband tussen beide namen
Wat de familienamen Poep en Poepjes gemeenschappelijk hebben, is dat hun oorspronkelijke betekenissen plaats hebben gemaakt voor een ongewenste connotatie, die hinderlijk genoeg was voor sommige naamdragers om de achternaam te laten veranderen. De beide achternamen mogen dan de indruk wekken dat ze dezelfde herkomst hebben, hun ontstaan is geografisch gezien verschillend: Poep kunnen we situeren in Oost-Vlaanderen, terwijl Poepjes in Friesland ontstaan lijkt te zijn. Bovendien is er tussen de namen geen etymologisch verband. Poep ontstond uit Paap en die naam was gebaseerd op het Griekse leenwoord pap(p)as. Poepjes ontstond als patroniem uit Poepje, een vleivorm van de voornaam Poppe. Een van de mogelijke opties is dat deze voornaam zelf ook ontstaan is als vleivorm, uit de kindertaal, van eenstammig verkorte Germaanse namen met folk-. Die Germaanse naamstam had als betekenis ‘volk, de gewapende mannen, krijgsvolk’; vergelijk namen als Folke, Folker, Folkert, Folkrad, Folkward en Folkwin.
Pek van Andel zegt
Bij dit soort namen placht mijn vader (*1911 – 2012†) altijd te zeggen: “Zo kun je blijkbaar ook heten.”
Pek van Andel, Feerwerd (Gn.)
Karel F. Gildemacher zegt
Wat de familienaam Poepjes betreft moet niet, worden vergeten dat poep (uit te spreken met ûû, dus een lange oe) als gewone aanduiding voor arbeider voorkwam (ook in samenstellingen). Ik heb voorbeelden waarbij poepen feitelijk uit Westfalen kwamen. Voorlopig geloof ik van dat Poppo verhaal helemaal niks.
Jan Nijen Twilhaar zegt
Maar die andere optie noem ik toch ook expliciet? Die lijkt mij juist minder aannemelijk, tenzij iemand een causaal historisch verband kan tonen tussen die Duitse loonarbeiders en de sterke concentratie van deze naam in Friesland.
Hans Puper zegt
Ik heb onlangs gelezen dat de naam Puper (misschien een variant van Poepjes) verwijst naar hannekemaaiers, van Polen tot in Nederland rondtrekkende seizoensarbeiders. https://meandermagazine.nl/2020/10/whats-in-a-name/
Jan Nijen Twilhaar zegt
Dank voor je interessante bijdrage, Hans. Nog even terzijde het volgende. Oom Hidde was trots op die naam en legde verband met het Franse Pupère. Het omgekeerde maakte ik mee in de OBD waar ik het over had. Een mevrouw die Hupje heette en haar naam uitsprak als Hupjé als je haar kaartje uit de bak moest halen. Denk ook aan mevrouw Bucket uit de serie Keeping up appearances met haar Franse uitspraak van de naam als zij de telefoon opneemt.
Hans Puper zegt
Hupjé: je ziet die verfraaiingen inderdaad vaker. Zelf heb ik nooit onder mijn naam geleden. ‘What’s in a name’ is een verhaal(tje), maar wel met een kern van waarheid: mijn vader die geloofde in Franse voorouders en een historica die mij vertelde over de hannekemaaiers die ook ‘poepers’ werden genoemd. Hij had daar verder geen moeite mee.