Bierkens plaats
Het bierken, in de ton geperst,
het levende gerst,
het levende gerst,
het zit er zoo noô bedwongen.
En laat de kraan
maar opengaan:
het komt er al uitgesprongen!
huppelend,
druppelend,….
lustig dan!
Zie me zoo geren het bier in de kan!
Het bierken, uit de ton ontsnapt,
in de kan getapt,
in de kan getapt,
het krijgt weer al andere luimen.
Ei, heft ze maar hoog,
en giet met een boog,
dat al de glazen schuimen!
Vlokkende,
lokkende,…
lustig dan!
Bier in de glazen, daar droom ik van!
Het bierken, in de glazen daar,
zoo perelklaar,
zoo perelklaar,
het staat er nog droevig te droomen.
Sa, vroolijke maats,
gij kent zijne plaats!
wel moge ’t u bestroomen!
Spoelende,
koelende….
lustig dan!
Best is het bier in den leutigen man!
René de Clercq (1877-1932)
uit: Gedichten (1907)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter