Nefertiti, winters
Haar handen krokusstampers
op het sneeuwlichaam liefde
trekken de grenzen van het winter-
hart hun saffraangeel pijnspoor.
Schaduwpegels stollen de stilte
in de orgelpijpen man en vreugde.
Trossen breekbaarheid zijn de
woorddruiven van het zomerverleden.
Bewegen de breinknikkers binnen
zijn glazen ovalen hun curven zuiverheid.
Zichtbaar omen de vervreemding is
in de pelsglans van de tijgerkat.
Willy Roggeman (1934-2023)
uit: Alef/Farao (1983)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter