Eerbied
Eerbied voor de raven
zij hebben mijn harmonica gestolen
ze braken in de tingeltangel van mijn hart
het koddig mechaniekje en pikten in mijn ogen
hallelujah, de raven.
Hulde aan de slang
die de vergeelde damesbladen van mijn leven
een basis oordeelt voor zoet gif en plichtsgetrouw
menige nacht ook zonder fakir danst
de slang.
Eerbied voor de ratten
mijn lichaam was terstond hun koninklijk paleis
mijn voetstap hun richtsnoer. mijn lach
hun eenzaamheid en onvertekende noblesse
hallelujah, de ratten.
Guus Valleide (Guus Vleugel, 1932-1998)
uit: Zon maan en hun verwend publiek (1956)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail
Laat een reactie achter