Zelfs een sneeuwuil
weegt nauwelijks op in schoonheid
tegen een ijsvogel.
Als de dingen elk voor zich duren,
zoals hun wordt gegund tijdens
de tijd die zich aan hen voltrekt,
word ik het dan zelf die haar
lief heb, of is het een ijsvogel
die zich doorziet als herinnering.
Zodra ik een sneeuwuil zie in het echt,
mag ik van geluk spreken dat ik leef.
De sneeuwuil heeft zoals alle uilen
heldere ogen; zij is rondkoppig; zij
leeft zo lang zij wordt herinnerd.
•• Hans Faverey (1933-1990)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht in hun mailbox
Laat een reactie achter