Wie heeft ooit zoiets meegemaakt? Je bent overzee en je hoort zomaar in een steeg Nijhoffs gedicht in perfect Nederlands weerklinken: ‘Ik ging naar Bommel om de brug te zien. .. Twee overzijden die elkaar vroeger schenen te vermijden worden weer buren’.
Toen ik op mijn tweede dag in Norwich die leuke lange leerzame tour van de jongeheer met de talenknobbel, Christopher Joby, dwars door Norwich volgde (zie ook mijn eerdere stukjes Norwich 1-5), zag hij tegenover de grote machtige kathedraal in de Queen Street een kerkdeur achter een gesloten hek open staan. Hij liep de hoek om en ging door de openstaande Strangers Gate een tuinpad rechts van de kerk op. Nieuwsgierig volgden wij hem. Er zat een vriendelijke grijze man in een tuinstoel te lezen. Hij had een Stranger’s T-shirt aan, dronk Stranger’s koffie uit een Stranger’s bekertje en achter hem hing een poster van The Strangers Society.
Ik was meteen gefascineerd. Op mijn huid staat immers onzichtbaar ‘stranger’ geschreven, want: zwartekousenkerkmeisje met Hugenotenbloed uit Rotterdam-Kralingen, aparte studente (UU) en docente (USG), leven, werk ,studies en promotie in (post)apartheid Zuid-Afrika, terugkeer naar Nederland als docente en wetenschappelijke onderzoekster van Anna Maria van Schurman en andere vrouwen, pro deo (UU, US). Eens een vreemdeling, altijd een vreemdeling?
Maar wie was deze man en wat betekende ‘Stranger’ dan hier, gespeld met een hoofdletter? Christopher kende hem en vroeg of we even binnen in het middeleeuwse kerkje mochten kijken. Helaas, er was iets mis met de aansprakelijkheidsverzekering, de vloer zou te zwak zijn voor bezoekers, zelfs voor dit handjevol. Maar in mijn rechterooghoek had ik in de brandgang ook het WILHELMUS in een Engelse vertaling gespot. Achter hem zag je de vierkante kerktoren van Maria Minor pas goed, de ramen in een andere kleur stenen dichtgemetseld. Geen locus amoenus, maar een locus conclusus, want de kerk was omsingeld door winkels en bedrijfsgebouwen.
Ach, Maria Minor, Maria the Less, Maria de Kleine.
In de week die volgde ging ik soms, net voordat de Avondzang aan de andere kant van het plein door de Utrechtse Domcantorij prachtig gezongen werd, even om het hoekje kijken en had ik leuke gesprekken met hem in het Nederlands. Een paar keer boog de Stranger sparrentakken opzij en deed hij een verborgen oude houten deur uit 1637 voor mij open. Ook mocht ik een keer door de officiële deur aan de straatkant naar binnen. Dan deed hij de ketting van het hek.
Daar stond ik dan opeens in een verlaten eeuwenoude ruimte uit de dertiende eeuw. Stilte. De vervlogen tijd omringde mij. Spinnenwebben in de ramen. De kerkbanken waren weg, net als de preekstoel. Een trap liep naar een kamer boven het portiek. Een paar vage wandschilderingen, enkele moderne glazen ramen. Waren ook hier de bommen gevallen? Ja, ook hier. Veel stond op de grond, maar het was geen rommel of chaos. Buiten liep ik door de ene strook groen dwars door brandnetels en struiken heen naar beneden om de kerk te fotograferen. Maar dat mag een professionele fotograaf met de juiste apparatuur nog een keer over doen.
Maria Minor was heel lang, zo leerde ik, de kerk van de Strangers geweest, Laaglandse religieuze vluchtelingen die zich hier in de zestiende eeuw op uitnodiging van de gemeenteraad van Norwich hadden gevestigd. Ze hadden veel ervaring in de wol- en textielindustrie en hun expertise heeft grote invloed op de welvaart van de stad gehad. In dit kerkje hadden ook de Franstalige Protestanten gekerkt, de Hugenoten, de Église Wallone (1637-1832). De Nederlandstalige protestanten gingen een paar straten verderop ter kerke, in de kerk tegenover St. Andrews, in de Halls. Maar over en weer was er veel contact, ook door het weefwerk en drukwerk. Een van de eerste drukkers ‘tot NOORWITZ’ was Anthonij de Solempne. Hij drukte een bundel psalmen van Datheen in 1568, voor ballingen door een balling.
Hoeveel en welke vrouwen, mannen en kinderen er in de kerkbanken of op stoelen hebben zitten luisteren? Aan de wanden hingen nog enkele memorials van de belangrijke Strangers Columbine en Martineau en in de voetsporen van hen komen ook de vrouwen Esther Columbine en Harriet Martineau naar boven drijven (dat worden bij wijze van spreken nr. 80 en nr. 81 in het Vrouwenboek van Norwich). Ondergronds en buiten om de kerk moeten er in de diepte vele onbekende skeletten liggen.
Zoals alle middeleeuwse kerken was ook deze kerk gebouwd door katholieken, maar na de Reformatie (kort door de bocht, hier: de Dissolution van 1542) was de kerk in handen gekomen van de Anglicanen, en viel Maria the Less onder het bestuur van de machtige kathedraal van Norwich. Het kreeg het stempel van wijkkerk (parish church) en moest toen fuseren met een ander wijkkerkje honderd meter verderop (St. George Tombland), één van de vele middeleeuwse parochiekerken van Norwich. Maria Minor ging onder. Wat moet je ook met zo’n naam, de kleine ? De kerk werd toen in 1544 verhuurd aan de Corporation of Norwich, maar er kwamen blijkbaar geen inkomsten binnen, want in 1564 werd al het lood verkocht en stond de kerk op afbreken.
Uit onverwachtse hoek dook er hulp op, van de Strangers. Zij hebben het gebouw eeuwenlang gebruikt en onderhouden.
In Maria Minor hebben mannen van allerlei religieuze pluimage verschillende tekst en uitleg staan geven van het heilige boek: priesters, pastoors, Franse protestanten, Swedenborgianen (de kerk van het Nieuwe Jeruzalem, van 1832 tot 1852). De huur werd toen overgenomen door een andere religieuze groep, de Katholieke Apostolischen of Irvingieten. Zij geloofden in de onmiddellijke Wederkomst des Heeren. Volgens een informatiebord buiten zaten ze hier van 1852 tot 1953. Maar hoe ze dat honderd jaar hebben volgehouden? Elke dag de datum bijgesteld? Nog even is de kerk onderdeel van de parochiekerk van St. Andrew geweest, maar in 1959 verloor Maria Minor definitief haar religieuze functie. Ze werd een opslagplaats voor meubels (Robertson & Coleman Furniture, 1959-1985).
De kerk viel bijna weer om, maar nu kwam er een moderne Stranger als redder: William Woods met Strangers bloed in de aderen. Hij kocht enkele decennia geleden (in 1999?) de middeleeuwse kerk op en maakte er een studiecentrum voor talen en culturen van de Lage Landen van, The Centre for Dutch and Flemish Studies. Hij is op Nijhoff bij de universiteit van Londen gepromoveerd, kende Theo Hermans uit Londen van Neerlandica extra muros goed, R.P. Meijer en ook Karel Bostoen uit Leiden.
Terwijl ik rondkijk zie ik nog boeken in het hoekje van The Dutch Library staan, het tijdschrift Dutch Connection op een stoel liggen en in de nissen een paar klompen en een Nederlands vlaggetje staan. Zowaar ook een hele rij luxe porseleinen Nederlandse gevelhuisjes die businessklanten van de KLM cadeau kregen. ‘Dan moet je veel op en neer gevlogen zijn, en dat businessclass, William! Een bos bomen planten hè!` Mijn gedachten vlogen even terug naar de huisjes die ik ooit had gekregen toen de ‘lugwaardin’ mij zomaar onderweg van Zuid-Afrika naar Nederland en vice versa naar boven in de businessclass had gedirigeerd. De vluchten waren overvol. ‘Nee’, glimlachte hij, ‘Ik heb ze cadeau gekregen.’
Wat ik verder nog zag? Een vitrine met allerlei soorten wol, met meekrap. Posters voor tentoonstellingen die er hier geweest zijn, onder andere over de invloed van de Nederlandse architectuur op de gevels. Woods fietste vele mijlen de stad hiervoor op en neer om de Nederlandse gevels vast te leggen. Tekstborden over andere belangrijke Strangers als Gruterus, Cruso (ja, over wie Christopher Joby al een mooi boek schreef) en Elison, William Woods organiseerde allerlei activiteiten, ook lezingen. Ja, het toeval wil dat de eerste vrouw die in de Utrechtse Domkerk preekte, J.J. (Ans) Vogel ook hier bij William Woods is geweest voor een lezing toen ze de eerste vrouwelijke predikant in de eeuwenoude Nederlandse Vluchtelingenkerk in Londen was. (Zie ook mijn interview met haar in column Vrouwen en spiritualiteit in de Handreiking (44-5) 2014: 17-18, overgenomen door The Dutch Church in London). Zo komen er allerlei lijnen samen. Het woord Stranger heeft voor mij een extra betekenis gekregen.
Opvolger gezocht
William Woods is al op jaren. Hij zoekt een bekwame opvolger (m/v) met hart en ziel voor de zaak. Wie gaat dit centrum voor Nederlandse en Vlaamse studies in een middeleeuwse kerk redden en runnen? Als deze kerk symbool staat voor de neerlandistiek (beter de Laaglandistiek), dan is dat een slecht voorteken. De kerk is vervallen. Maar net zoals er nu onlangs miljoenen binnen gesleept zijn voor de reparatie en verbetering van het Nederlands binnengaats, kan dat ook voor de Neerlandistiek buitengaats, ook in Norwich. De invloed van de Lage Landen op Engeland, en op Norwich in het bijzonder, is voor mij een vrijwel onbekend terrein. Over Maria Minor spui ik wat ideeën.
Vooraf dit. Het is vreemd gesteld met de Nederlandse taal en cultuur in het buitenland, zo is mijn ervaring. Soms gaat het goed, vaak niet. Maar als er zelfs geen Nederlands pannenkoekenhuis in heel Norwich te vinden is, maar wel een goedlopend Belgisch Bierhuis en talloze allerlei andere buitenlandse eettentjes, ja een Turks Restaurant naast de deur, dan moet je aan een inclusief centrum denken. Nederlandse en Vlaamse taal en cultuur is te klein.Als er geld komt, dan moet dat kerkje en de overgebleven strook groen eerst archeologisch grondig onderzocht worden, net als men nu doet bij die andere St. Marykerk, Maria Maior, een paar straten verderop, dat nu een Centre for Arts is. Alles moet in kaart gebracht worden, op papier en digitaal.
- Geef de veelkleurige geschiedenis van het gebouw weer en koppel het aan de hele waaier van huidige en vroegere zingevingspraktijken, niet alleen de christelijke. Geef ook een stem aan mensen die nooit een stem kregen of die hier vervolgd werden. Aan de vrouwen. De kinderen. De dienstknechten en dienstmaagden. De andersgeaarden. De armen.
- Een hoekje voor Maria Minor, met een icoon van haar, kaarsjes, stoelen en stilte is een must.
- Maak er een interdisciplinair (groen) cultuurcentrum van, waar mensen Nederlands, Afrikaans, Vlaams en andere talen en culturen kunnen leren. Maar ook Engels als vreemde taal voor vluchtelingen. Dat past bij Strangers.
- De Nederlandse school in het buitenland kan er een dependance beginnen. Koppel het aan het Afrikaans voor Afrikanerkinderen hier in de diaspora. Al is het alleen maar op vrijdag- of zaterdagmiddagen. Maar verbind er wel internationale diploma’s aan.
- Muziekavonden. De akoestiek is prachtig. Het Magnificat of de Mariaverspers mogen er om de zoveel tijd ook klinken.
- In de kamer boven het portiek kan er een fraai hoog mini-appartement komen voor gasten.
- Er kan een bibliotheek en mediatheek in gebouwd worden net als in die oude kerk in Rostock waar een bibliotheek is met drie verdiepingen. Zo mooi! Met veel nadruk op de Lage landen en op mensen in de marge.
- Een hoekje voor het lesgeven in (historische) textiele werkvormen. Maar ook in duurzame versteltechnieken.
- Maak de toren open voor bezichtiging, tegen betaling.
- Op sommige dagen verhuren voor bruiloften.
- Een heerlijk eet- en koffiehoekje, met nadruk op de eetcultuur van de Lage Landen van toen en nu. Betrek het succesvolle Belgische bierhuis erbij, maar ook andere restaurants zoals het Turkse eethuis naast de poort.
- Vergeet niet om William Woods te interviewen voordat zijn unieke kennis verloren gaat.
Ach, maar red eerst dit gebouw zonder het te verkwanselen aan huisjesmelkers of bedrijven. De machtige prachtige kathedraal weet veel geld en pro Deo-vrijwilligers naar zich toe te harken, hoewel nog patriarchaal en hiërarchisch. William Woods redde Maria de Kleine alleen van de ondergang. Wie doet het hem na?
Bert Koster zegt
Veel dank voor dit informatieve en erg leuke artikel!