Nr. 14 uit de Klassieker-reeks van poëzietijdschrift Meander.
Het kind dat wij waren
Wij leven ‘t heerlijkst in ons vèrst verleden:
de rand van het domein van ons geheugen,
de leugen van de kindertijd, de leugen
van wat wij zouden doen en nimmer deden.
Tijd van tinnen soldaatjes en gebeden,
van moeder’s nachtzoen en parfums in vleugen,
zuiverste bron van weemoed en verheugen,
verwondering en teêrste vriendlijkheden.
Het is het liefst portret aan onze wanden,
dit kind in diepe schoot of wijde handen,
met reeds die donkre blik van vreemd wantrouwen.
‘t Eenzame, kleine kind, zelf langverdwenen,
dat wij zo fel en reedloos soms bewenen,
tussen de dode heren en mevrouwen.
E. du Perron (1899-1940)
uit: Parlando (1930)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag gratis een gedicht in hun mailbox
Laat een reactie achter