Onlangs nam Marjolein van Herten afscheid van het Meesterschapsteam Nederlands. Andere leden van het MT Nederlands boden haar ter gelegenheid daarvan een bundel overwegingen aan bij het gedicht Vergezichten en gezichten van Lieke Marsman. Vandaag publiceren wij deze beschouwingen, die samen een ‘leeswijzer’ willen zijn bij dit gedicht.
Welke leeswijzer bij Vergezichten en gezichten van Lieke Marsman kan ik meegeven ter gelegenheid van het afscheid van Marjolein? Bij lezen moet het gaan om de inhoud. Is dat niet het nieuwe credo, de aanpak waarmee we de leescrisis het hoofd moeten bieden? Maar hoe ziet zo’n nieuwe manier van lezen er dan uit? En welke kansen op samenhang in het curriculum biedt die? Samenhang tussen lyrisch en praktisch lezen en samenhang tussen Nederlands en andere vakken? Mijn leesproces mag dienen als voorbeeld. Modeling schijnt immers leerzaam te zijn.
Woont Lieke Marsman in Amsterdam? Op deze vraag, een van de eerste die bij mij opkwam, zoek ik het antwoord op haar website. Tevergeefs.
Jammer, want ik probeer op de kaart van Nederland haar voetstappen en die van haar dwergpoedel in te tekenen. Niet getreurd. Ik doe toch maar die aanname over haar woonplaats, een die mij niet gewaagd lijkt, noch vooringenomen. Waarom anders immers belandt zij al gauw, nog in het ochtenddonker, langs de A1 bij Muiden? Dus: haar wandeling begint in Amsterdam, brengt haar bij de A1 bij Muiden en dan ergens met zicht op de opdoemende dom (Dom?) van Utrecht.
Waar zou dat ergens kunnen zijn? Hoe dicht moet je Utrecht naderen om de Dom te kunnen zien? Even afziend van zichtblokkades, die je, zoals blokkades vaker doen, het zicht benemen op dat wat je aandacht werkelijk verdient, is het zicht op de Dom veel meer een vergezicht dan ik aanvankelijk denk. Want via wat zoekwerk leer ik hoe ik die afstand kan bepalen. De figuur hieronder maakt dat duidelijk.
De cirkel verbeeldt de aarde. Deze heeft een straal r van 6.371.008 meter. H is de hoogte van de Dom: 112 meter. De kleine letter h staat voor de ooghoogte van de dichter, zeg 1,75 meter. De afstand waarop de Dom zonder blokkades en bij helder weer voor de dichter zichtbaar is, is gelijk aan de som van de twee afstanden D en d. D is volgens Pythagoras, volgens tijdloze middelbareschoolwiskunde, gelijk aan de wortel van het verschil tussen de kwadraten van (r + H) en r. In de taal van de wiskunde: D = √ ((r + H)2 – r2). En d is gelijk aan de wortel van het verschil tussen de kwadraten van (r + h) en r. Opnieuw in formule: d = √ ((r + h)2 – r2). Vullen we voor r, H en h de hierboven genoemde waarden in, dan krijgen we voor D als uitkomst 37.777 meter en voor d 4.722 meter. De Dom van Utrecht, althans het topje ervan is dus zichtbaar op 37.777 + 4.722 meter = 42.499 meter. Tweeënveertigeneenhalve kilometer! Een overschatting, denk ik, want zou Lieke Marsman haar ogen op 1.75 meter hebben? Als zij blootsvoets gaat vast niet, maar met wandelschoenen aan?
De Dom lijkt overigens geen bestemming te zijn van haar wandeltocht. Wel is dat de landstrook van autoshowrooms en outletstores waar de dichter zich te buiten gaat aan positieondergoed. Ik denk hier onweerstaanbaar aan de A2 bij Maarssen. Hoe komt zij daar nu terecht, met poedel?
Snel weg hier en op naar Het Loo, vervolgens de IJssel over en dan naar Appelscha. Winsum is de volgende herkenbare bestemming. En de enige tot B&B onttoverde vaste burcht in aardbevingsgebied is, bij mijn weten, het kerkje van Garrelsweer. Ik stond daar nog niet zo lang geleden op de kansel met mijn vriend Mario…
Zo, met behulp van wiskunde, aardrijkskunde en enige voorkennis, kan ik het situatiemodel van deze wandeltocht uittekenen. Ik zie een gespiegelde L in de route van dichter en poedel. Betekenis!
Maar nu heb ik wel een nieuw probleem: 322 kilometer. Op zijn minst, want ik heb steeds de korte weg gekozen. Zou Marsman dit in een dag hebben gelopen? Zij heeft haar naam mee, maar ook haar dwergpoedel. Nee. Beter zoek ik naar diepere betekenislagen. Lastig. Waar vind ik die? Achter de inhoud? Maar wat houdt dat dan weer in?
Een eerste diepere laag vind ik snel. Vergezichten en gezichten, hoe ieder uitzicht het gezicht draagt van de macht die het veroorzaakt of in stand houdt. Vorige week nog maar herlas ik Armando uit Berlijn. Daarin komt het schuldig landschap ter sprake dat hij in de eerste helft van de zeventiger jaren begon te schilderen. Zoals dit.
Een schuldig landschap is een landschap dat heeft zien gebeuren en dat zich daar nooit iets van aangetrokken heeft, een uitzicht dat het gezicht draagt van de macht die het veroorzaakt of in stand houdt. Bolsonaro, Trudeau, Blatter, Poetin, Von der Leyen, Adema, Van der Plas en Van der Wal-Zeggelink. En Marsman zelf, met haar aankoop van 12 euro. Even in de zevende hemel, maar aan de poort waardoor zij tot het koninkrijk Gods wil ingaan, houdt Petrus haar staande. Terecht, want de troost die zij zoekt leidt niet alleen tot verdoving tegen de pijn van het flitsbestaan, maar ook tot verdozing van het landschap. En tot menselijke slachtoffers, getuige Sorry We Missed You van Ken Loach. Een paar jaar terug gezien. Niet te missen, no pun intended.
Kan ik nog een tweede laag aanboren, een laag die ik hierboven overmoedig met ‘een eerste’ heb aangekondigd? Ik weet het echt niet meer. Wolven bij een dode wolf (2022). Homo homini lupus? Domesticatie? Natuurlijk, de dichter en de poedel, allebei wolf (geweest), kijken naar het platgereden lijf van de jonge wolf. Mooi, maar wat kan ik daarmee? Hoe moet ik nu verder? Ik loop vast.
ChatGPT 3.5 biedt hulp, waar Dall∙E weigert.
Tja. De dichter, hij. Zo zie je waar je aanbelandt wanneer je je overgeeft aan verbeelding. Het is mijn gewoonte niet gedichten te verklaren of zulke dingen. Ik zeg: inhoud en waarheid en gezond verstand; daar blijf ik bij.
Laat een reactie achter