Uit Pieta, de nieuwe bundel van Mischa Andriessen.
De stad
Dat steen zelfs een kiezel niet te temmen is
Ik weet niet of je dat wist maar ik ben jou
Er dankbaar voor dat je het nooit hebt geprobeerd
Ik denk net zo over jou mijn grootste angst
Is dat je op een dag verandert in een man
Die niet meer veranderen kan zijn gedachten
Een zwaar blok aan zijn been laat zijn kopje-onder gaat
In zijn eigen gelijk zolang je denken in beweging blijft
Mag je huid rimpelen je buik bollen zou ik zelfs een kale jij
Zo liefhebben als nu nu ik je nog strakke vel kus en streel
De eb en vloed van je stoten en je vurige omhelzing onderga
Met een overgave alsof ik het nooit eerder heb meegemaakt
Wat denkelijk ook zo is want steeds denk ik ik ken je
Ik ken je niet je bent het steentje in mijn broekzak
Dat ik altijd bij me draag steeds heimelijk bevoel
om me eraan te herinneren dat ik je niet kwijt wil
Ongeacht of iemand je schoonheid of waarde ziet
Steeds als ik in je ogen kijk weet ik je kent mij
Je kent mij niet we zullen nabije vreemden zijn altijd
Altijd weten we kunnen onszelf en elkaar ook anders zien
Mischa Andriessen (1970)
uit: Pieta (2024)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht in hun mailbox
Laat een reactie achter