Wat is, voor neuks belang, toch de reden dat je op heden in Nederland geen demonstratie kunt zien zonder het alom aanwenden van Engels – of wanhopig spartelende pogingen daartoe? Waarom noemen ontevreden boeren zich ‘Farmers Defense Force’, bij voorbeeld? Of waarom richten protesterende Nederlandse medewerkers van een Haags ministerie zich in het Engels tot het publiek? Mijn indruk is dat so wie so elke wakkere demo van Amsterdamse UvA-studenten unisono Engels is. Als eerstegeneratie docent aan een universiteit die het grootste aantal eerstegeneratie studenten in Nederland heeft, verbijstert mij altijd deze linguïstische dictatuur, vaak bij demonstraties of acties waar ik in mindere en vaak zelfs meerdere mate achter sta.
Steevast stoort mij dan die bizarre, exclusieve taalterreur veelal onder een mom van nota bene inclusiviteit. Dit weekeinde was het in mijn thuisstadje tweemaal raak. Actievoerders hadden Palestijnse vlaggen gehesen op het Erasmusplein en slogans op de nabijgelegen Universiteitsbibliotheek gekalkt. Ik vond daar best iets van – onder andere dat de roep om ontslag voor een met de Palestijnen sympathiserende collega die opdook, buiten elke orde is van een open academisch discussieklimaat. Maar ik vond het al evenzeer ronduit sneu, dat een van de teksten op de UB was: ‘Free Palestina’. Stel dat je dan toch die ononderdrukbare drang hebt om Engels te gebruiken, waarom zou je dat dan niet correct doen? En ook: voor welke Nijmeegse bezoeker van de UB schrijf je zo’n slogan eigenlijk?
Nog een graadje droefstemmender vond ik de posters die zaterdag in Nijmegen werden opgeplakt tegen de lokale projectontwikkelaar Ton Hendriks. Landelijk heeft deze Hendriks enige beruchtheid gekregen omdat hij op teevee journalist en dichter Tim Hofman een knal voor zijn kop heeft gegeven, wat bij velen in den lande het onterechte vermoeden ingaf dat Hendriks een Feingeist was met uitgesproken ideeën over goede poëzie. Daar gingen de posters in kwestie niet over. Die gingen over Hendriks’ status als groothuisbaas. De tekst stelt dat Hendriks bezitter is van meer dan 1100 panden in Nijmegen, terwijl ‘you can’t pay your rent’. Inderdaad: geheel en al in het Engels taaleigen gesteld, dit revolutionaire Nijmeegse affiche. En hun hart zit op de juiste plek, hoor: ‘Ton doesn’t care about his fellow citizens.’
O ja? ‘Fellow citizens’? Hou nou toch op! Tegen wie denken jullie nou eigenlijk dat je hebt? Tegen een gewone Nijmeegse jongere (m/v/x), die na een gewone opleiding, met een gewone baan, met zijn lief (m/v/x), geen eigen woning kan vinden? Waarom dit uitoefenen van symbolisch taalvertoon? En kom me dan niet aan met de lulsmoes dat ‘iedereen’ tegenwoordig toch Engels kan… Dit is knotje, hipster, snobistisch woke-gelul, symbolische macht ter verkrijging van aanzien bij een klein clubje medestanders en het heeft geen (Engelse) reet te maken met het concrete probleem van woningnood, dure huisvesting, schrijnende economische ongelijkheid in Nijmegen. Dit is verwerpelijk, symbolisch uitsluitend (als in: exclusief) machtsvertoon.
Zouden we niet eens moeten nadenken over hoe een écht inclusieve politieke strijd te voeren voor een voor iedereen rechtvaardige stad? En laten we in elk geval hopen dat dit soort rebellie uitsterft.
Deze borstklopperij in het Engels is minstens zo sneu, muf en kleinburgerlijk als de oproep destijds van het lokale populistische raadslid Jo Janssens om in de gemeenteraad voortaan in het Nimweegs te vergaderen. En om eventuele misverstanden te voorkomen: ik spreek het allebei – wanneer het nodig is, tenminste.
Frits zegt
Hulde, driewerf hulde voor dit artikel en deze schrijver. Ik heb me in de laatste fase van mijn werkende leven in de rechtspraak krachtig verzet tegen het binnensluipende Engels, als een soort laatste der Mohikanen. Als ik een opmerking van die strekking maakte, keek men mij meewarig aan; dat was toch iets uit een andere tijd? En dat terwijl juist de rechtspraak zich vanouds kenmerkte door een stijlvol Nederlands zonder veel vreemde leenwoorden. Het woord “reminder” dook overal op; het facilitair bedrijf werd vervangen door “interne services” en de informatiebalie door “publieksservices”. Er waren allerlei redenen denkbaar om niet met pensioen te gaan, maar dit was er een om dat juist wel te doen.
Bart Haers zegt
Mooi stuk dat een redelijk mens kan ondersteunen. Het is niet dat we geen talen meer moeten leren, wel integendeel en dus ook het Engels, maar ook Duits en Frans, zodat we al die verschillende taalculturen in de vingers krijgen. Maar goed, ik zal zelden Jusdorange vragen en dus met een coffee lungo eindigen. Maar goed, pleitend voor inclusiviteit willen we ons nog altijd onderscheiden.
Jona Lendering zegt
Uit het hart gegrepen.
jandeputter zegt
hmm, mijn eerste reactie was dat Jos Joosten gelijk heeft, maar in tweede instantie ben ik daar niet meer zo zeker van. Die meneer Ton Hendriks verhuurt namelijk een groot deel van zijn kamer aan internationale studenten, die vast geen Nederlands kunnen en een stevige vuist kunnen maken. Met ‘Free Palestina’ heb ik ook niet zo’n moeite sinds The Specials, toch een Engelse groep, ‘Free Nelson Mandela’ zongen. En wat meneer Frits hierboven schrijft over het stijlvol Nederlands, zonder veel leenwoorden in de rechtspraak, lijkt me pertinent onjuist. Een groot deel van de juridische taal is in de vijftiende en zestiende eeuw ontleend aan het Frans via de Bourgondisch-Habsburgse instellingen als de Grote Raad. Om verder maar niet te spreken van de talrijke Latijnse uitdrukkingen die gangbaar zijn onder juristen. Je richt je nu eenmaal naar de macht en daarom gebruiken wij Engels.