Ter herinnering aan Albert Westerlinck (1914-1984)
Precies veertig jaar geleden, op 30 april 1984, overleed Albert Westerlinck. Daarmee verdween een toonaangevende stem uit het culturele leven van Vlaanderen. Als hoogleraar Nederlandse en Europese letterkunde aan de Leuvense universiteit, als literair criticus en als leider van het tijdschrift Dietsche Warande en Belfort had Westerlinck (pseudoniem van José Aerts, geboren op 17 februari 1914) die cultuur decennialang van nabij gevolgd en mede gevormd. Hij deed dat vanuit de katholieke zuil waarin hij opgevoed, geschoold en tot priester gewijd was, maar zijn netwerk en zijn invloed reikten tot ver daarbuiten.
Het opmerkelijkste in memoriam kwam destijds van een van zijn talloze oud-studenten: de dichter Herman de Coninck, die bij Westerlinck was afgestudeerd op een scriptie over de poëziekritiek van Vestdijk. In De Morgen van 26 mei 1984 moest De Coninck allereerst een paar vergissingen rechtzetten. Het korte berichtje dat de krant eerder aan Westerlincks dood had gewijd, had verzuimd zijn recentste werk te vermelden, waaronder drie belangrijke studies over Guido Gezelle (1977-1981) en het biografische De eerste rijpe jaren van Karel van de Woestijne (1982). Bovendien had het de gezelliaanse titel van de essaybundel Alleen en van geen mens gestoord (1964) verminkt tot Alleen en van geen waarde…
Beroepsernst en relativisme
De Coninck riep vervolgens een wat ironisch beeld op van de oude meester, te beginnen met diens uiterlijk en stemgeluid: ‘Westerlinck. Haren achterover van teveel tegen de wind in te denken, een stem met de bekoring van een cirkelzaag, met veel te heldere, op z’n Duits vooraan op de tong liggende klinkers, zich optrekkend aan het voortdurend geaccelereer van een rasperige huig-r’. Daarop liet hij tal van memorabele anekdotes volgen, met bijbehorende citaten waarin die rrr altijd duidelijk hoorbaar is. Zo herinnerde De Coninck zich dat Westerlinck een college over de Mei van Gorter na een maand of drie voor gezien hield, ‘omdat teveel crrrème frrraîche niet goed is’, en dat hij naar aanleiding van Rimbauds Le bateau ivre uitriep: ‘Welke arrrtiest staat errr tegenwoorrrdig nog om vijf uurrr op om naarrr de zon te kijken?’
Dergelijke anekdotes werken niet alleen komisch, De Coninck vertelt ze ook om te getuigen van de charme die Westerlinck op hem uitoefende door ‘zijn vreemde mengeling van monnikachtige beroepsernst en bijna plat relativisme’. Alleen een onverdraagzame houding van anderen kon zijn ruimdenkendheid volgens De Coninck in het gedrang brengen: ‘Westerlinck was onverdraagzaam tegenover de onverdraagzaamheid, werd eng zodra men de voordelen van een brede kijk in twijfel trok.’
De slotalinea van de necrologie begint opnieuw met een anekdote, maar eindigt met een onversneden eerbetoon. De Coninck vertelt hoe Westerlinck reageerde als een journalist hem voor een eindejaarslijstje vroeg naar het beste boek van het jaar: ‘Hij noemde dan beleefdheidshalve een recent boek, dat wil zeggen één van de laatste eeuw, en voegde daar negen andere, gaande van een nieuwe Horatius-editie tot een herziene John Locke-uitgave, aan toe. Hij leefde niet nu. Hij leefde altijd. En dat doet hij nog.’
Brede blik
Het moet gezegd dat Westerlinck nu, veertig jaar later, een beetje in de schaduw leeft. Toch imponeert zijn oeuvre – al is een groot deel daarvan gedateerd – nog steeds door omvang en kwaliteit. Dat geldt zelfs als we de vele honderdenverspreide publicaties links laten liggen en ons beperken tot het in boekvorm verschenen werk: naast de al eerder genoemde boeken omvat het onder meer drie dichtbundels, de poëtica Het schoone geheim der poëzie (1946),vijf bundels met verzamelde opstellen, en afzonderlijke studies over André Demedts, Prosper van Langendonck, Felix Timmermans, Albrecht Rodenbach, August Vermeylen en Hendrik Conscience.
Daarenboven was Westerlinck de promotor van vele proefschriften. Tijdens mijn eigen studie Nederlands in Leuven (1995-1999) bestond de staf dan ook nog voor een groot deel uit mensen die bij hem waren gepromoveerd. Over Westerlincks eigen werk werd toen weinig gesproken, al droeg bijvoorbeeld de syllabus Europese letterkunde nog duidelijk zijn stempel en was hij als criticus ook zelf een personage in de literatuurgeschiedenis geworden.
Bij de vernieuwing die structuralistische, semiotische en sociologische benaderingen vanaf de jaren zestig in de literatuurwetenschap brachten, lijkt Westerlinck weinig aansluiting te hebben gevonden. Daarvoor stonden ze kennelijk toch te ver af van zijn eigen psychologische en stilistische aanpak. Maar dat zijn opvolgers die aansluiting wel vonden, is ongetwijfeld mede te danken aan de brede blik van hun promotor en aan de sterk inductieve inslag, de theoretische onderbouw en de internationale oriëntatie die hij vanaf de jaren vijftig hielp te introduceren.
Luister naar die stem
Eind 2022 publiceerde ik bij het Willem Elsschot Genootschap het cahier Westerlinck en Elsschot. Kroniek van een verwantschap. Tijdens het werk aan dat boekje kwam ik erachter dat over Westerlinck een grote hoeveelheid nog weinig benut archiefmateriaal bestaat: handschriften, correspondentie en andere documenten, beeld- en geluidsopnamen, maar ook ruim duizend boeken uit zijn bibliotheek met marginalia en andere leessporen. De reacties op Westerlinck en Elsschot leerden me bovendien dat de figuur Westerlinck ook vandaag nog uiteenlopende lezers weet te boeien, niet het minst omdat zijn leven en werk een zoeklicht vormen op een verzonken literaire, wetenschappelijke en sociaal-culturele wereld.
Daarom hoop ik de komende jaren te werken aan een biografisch essay over Westerlinck dat tegelijk licht werpt op de manier waarop een publieke intellectueel als hij zich verhield tot de culturele en maatschappelijke veranderingen na de Tweede Wereldoorlog. Welke richting dat project precies zal uitgaan, zal de toekomst uitwijzen. Wellicht doe ik er op deze plaats af en toe verslag van. In ieder geval houd ik me aanbevolen voor tips van lezers van Neerlandistiek die op de hoogte zijn van relevante bronnen of die hun herinneringen aan Westerlinck willen delen. Reacties zijn welkom hieronder of via luisternaardiestem@gmail.com.
Laat een reactie achter