Tevredenheid
Een rozelaar staat aan den groenen zoom
Des meirs, en spiegelt zich; de rozen hangen
Voorover, turend naar heur frissche wangen …
Daar valt er éene, en dobbert op den stroom:
Zij drijft, en komt, waar, weelderig en loom,
Een water-roos haar houdt in ’t blad gevangen.
‘Wees welkom!’ (zegt die) ‘kunt gij méer verlangen?
Hier is ’t een leven uit een toover-droom.’
Maar de andre roos krijgt krinkels, scheuren, naden,
Verschrompelt, en wordt groen en bruin en zwart,
En zinkt, door haar met dezen smaad beladen:
‘Zoo’n ontevreden en verdorven hart,
Dat water, lommer, kroos en slib durft smaden,
En doet of ’t beste en edelste haar smart!’
Jacques Perk (1859-1881)
uit: Gedichten (1882)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht in hun mailbox
indenvroolijkenhermeneut zegt
Het gedicht ‘Tevredenheid’ (sonnet LXII van de Mathilde-cyclus) staat inderdaad (ook) in de eerste druk (1882) van Peks enige dichtbundel “Gedichten”, waarnaar verwezen wordt onder de tekst. Maar afgaande op de aanhalingstekens direct voor en na de parenthese in de tweede strofe en de koppeltekens in ‘water-roos’ en ’toover-droom’ is de hier weergegeven tekst niet overgenomen uit die eerste druk (1882), noch uit de tweede (luxe uitgave 1897, goedkope uitgave1898); de derde druk (1899) was ongewijzigd. Wellicht is de vierde druk (1901) de bron; Kloos heeft toen weer allerlei emendaties had aangebracht; die vierde druk kan ik nu niet inzien, maar in de vijfde (1906) staat de tekst zoals hier weergegeven.