Adieu
Ik ben niet meer met u alleen
en op de peluw is er geen
o lieveling, die lot en leed
zoo onafwendbaar zeker weet.
Geef mij uw mond en zie mij aan:
lang voor de zon, lang voor de maan
verzinken in de wereldmist
zijn onze namen uitgewischt.
En wat mijn hand te streelen vond
zal liggen in den wintergrond
en wat mijn stem aan u bescheen
is weggedaan en vindt niet een.
Geen slapeling die ’t wonder weet
dat uwe zachtheid aan mij deed,
de vlam die door de nachten sloeg
wordt morgenrood en ’t is genoeg.
Zie, sterren reizen langs het raam,
het water stroomt, een knaap ving aan
en zong adieu — dit lied heeft uit
mijn kleine, kleine zomerbruid.
Jan Engelman (1900-1972)
uit: De tuin van Eros (1932)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht in hun mailbox
Rolf den Otter zegt
Jan Engelman zelf? –> https://youtu.be/M5XcRxOWTfU?si=DZm5S_B4wMg0takH&t=69