• Uit Ontkrachtingen en affirmaties, de nieuwe bundel van Bernard Wesseling.
Laatste zomerdag
Op aanraden van de radio doet mevrouw Jasmijn per trein het strand aan.
Daar gekomen ziet ze de koppen deinen in de hoge golven
als de noten op een partituur.
Hondje holt achter konijnen aan, wurmt zich in holen, komt elders boven
als gerekt tot tunnellengte. Mevrouw Jasmijn lacht hardop.
Ze leunt in het zand op haar geringde ellebogen. De zon zorgt goed voor
haar kinderen, denkt ze, terwijl de jaren van haar gezicht vallen.
Wat later schoudert ze met één vinger haar sandalen, wordt ze op de hete boulevard
zowaar nagefloten. Haar beate glimlach is het antwoord op alles, vandaag.
In de trein terug ruikt ze aan haar haren, bindt ze met ranke armen op.
Tegen de avond bereikt ze het huis, dat zo vertrouwd is dat ze er soms van schrikt,
maar nu niet. De radio staat nog aan, zendt zijn golven uit.
Ze zit wat na in haar tuintje.
Dan loopt mevrouw Jasmijn naar binnen en pakt haar viool op, plaatst
het hout onder haar kin, speelt haar haren los alsof
het iedere dag is dat ze sterft.
Bernard Wesseling (1978)
uit: Ontkrachtingen en affirmaties (2014)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht in hun mailbox
Gerard van der Leeuw zegt
Ik zie maar één gedicht, of ligt dat aan mij?