In deze video zie je het alternatieve pulpexamen Nederlands uit 2024. Klik op deze link als je het examen wilt maken. Dank aan alle mensen die hebben meegewerkt aan dit alternatieve examen!
Waarom laat ook deze persoon de helft van de reacties (de zinnige helft, wat mij betreft, het examen klopt niet, is foutief) – wat maakt dat deze persoon dacht, goh, dat vind ik niet interessant?
1. In de begeleidende tekst van Kluun herken ik de volgende twee stijlfiguren:
Ironie. In de eerste alinea zegt Kluun sarcastisch dat het “eenvoudigste” zou zijn om jongeren te verbieden boeken te lezen die ze leuk vinden en plezier aan beleven. Dit is duidelijk ironisch bedoeld, want Kluun bedoelt het tegenovergestelde: hij vindt het belangrijk dat jongeren juist wel boeken lezen die ze leuk vinden.
Hyperbool (Overdrijving). In de tweede alinea stelt Kluun voor om schrijvers van populaire boeken te “diskwalificeren, cancelen en deze boeken te verbranden”. Dit is een sterke overdrijving (hyperbool) om zijn punt kracht bij te zetten dat het belachelijk is om dergelijke boeken en schrijvers te veroordelen.
2. De informatie dat Kluun meerdere boeken heeft geschreven die in het verleden niet altijd als ‘volwaardige literatuur’ werden gezien, heeft invloed op de betrouwbaarheid van zijn reactie op de volgende manieren:
Betrokkenheid en Vooringenomenheid. Kluun heeft een persoonlijke betrokkenheid bij de kwestie, omdat zijn eigen werk ook niet altijd als volwaardige literatuur is erkend. Hierdoor kan zijn reactie als bevooroordeeld worden beschouwd. Zijn ervaring als schrijver van populaire, maar niet altijd gewaardeerde, literatuur kan ervoor zorgen dat hij zich extra verdedigt tegen de negatieve beoordeling van dergelijke werken.
Deskundigheid en Ervaring. Aan de andere kant geeft zijn ervaring als schrijver van populaire boeken hem inzicht in de waarde en het belang van dergelijke literatuur voor een breed publiek. Dit kan zijn reactie juist betrouwbaarder maken, omdat hij uit eigen ervaring kan spreken over de impact en het belang van toegankelijke boeken voor jonge lezers.
Emotionele Reactie. Kluun’s geschiedenis met kritiek kan zijn reactie emotioneel beladen maken. Dit kan enerzijds de authenticiteit van zijn emotie en passie voor het onderwerp benadrukken, maar anderzijds kan het ook de objectiviteit van zijn argumentatie verminderen.
Samenvattend kan de informatie over Kluun’s eigen ervaringen met de beoordeling van zijn werk zowel de betrouwbaarheid van zijn reactie versterken door zijn persoonlijke inzicht en betrokkenheid, als verminderen door mogelijke vooringenomenheid en emotionele reactie.
3. De argumentatie van Bob is onjuist omdat hij Kluun’s begrip zonder bewijs in twijfel trekt. Mirella’s reactie mist onderbouwing over de selectie van teksten voor het examen.
4. In de inleiding van de tekst ‘Een schandalige aanval’ van Marc van Oostendorp is de drogreden die een kritische lezer zou kunnen zien de ad hominem-drogreden.
Van Oostendorp suggereert dat Kluun’s diploma afgepakt zou moeten worden vanwege zijn uitspraken, wat een persoonlijke aanval is op Kluun’s intelligentie en capaciteiten in plaats van inhoudelijk op zijn argumenten in te gaan.
5. Het impliciete standpunt in de eerste twee alinea’s van de tekst is dat Kluun’s kritiek op het VWO-eindexamen ongegrond en overdreven is. Marc van Oostendorp suggereert namelijk dat Kluun’s uitspraken onterecht zijn door zijn intelligentie en capaciteiten in twijfel te trekken en door te benadrukken dat een eindexamen geen aanval op iemand kan zijn.
6. In dit tekstfragment van Marc van Oostendorp zijn de volgende twee woordgroepen die een negatieve houding tegenover Kluun impliceren:
“de inmiddels gebruikelijke onzin”
“de pure consumentenmentaliteit die Kluun en de zijnen over de literaire wereld uitstorten”
Deze woordgroepen impliceren respectievelijk dat Kluun vaak onzin verkondigt en dat zijn benadering van literatuur oppervlakkig en schadelijk is.
7. Het impliciete standpunt uit de online reactie is (1) dat Kluun’s woedende reactie eigenlijk een slimme marketingstrategie is, en het argument dat de schrijver van deze reactie daarvoor geeft is (2) dat door te zeggen dat iets verboden moet worden, de boeken van Mel Wallis de Vries juist meer gelezen zullen worden.
8. Een kritische lezer kan het wel of niet eens zijn met het impliciete standpunt uit de bovenstaande online reactie om de volgende redenen:
Waarom een kritische lezer het eens kan zijn:
Marketingstrategie Herkennen: Een kritische lezer kan erkennen dat negatieve publiciteit vaak leidt tot meer aandacht en interesse. Door te stellen dat Kluun’s woedende reactie eigenlijk een slimme marketingstrategie is, wordt erkend dat controverse vaak leidt tot meer zichtbaarheid en verkoop.
Ervaring met Media: Kluun heeft een achtergrond in marketing, dus het is plausibel dat hij de kracht van publiciteit begrijpt en gebruikt. Dit maakt het standpunt dat zijn woede deels een bewuste strategie kan zijn, aannemelijk.
Waarom een kritische lezer het niet eens kan zijn:
Oprechte Verontwaardiging: Een kritische lezer kan stellen dat Kluun’s reactie oprecht is en voortkomt uit een bezorgdheid over hoe literatuur voor jongeren wordt beoordeeld. Dit ontkracht het idee dat zijn reactie louter een marketingstunt is.
Reductionistisch Standpunt: Het impliciete standpunt reduceert Kluun’s reactie tot een simpele marketingtruc, wat zijn complexe motivatie en emoties kan negeren. Dit kan gezien worden als een oversimplificatie van zijn intenties en overtuigingen.
Kortom, een kritische lezer kan afhankelijk van hun interpretatie van Kluun’s intenties en hun inzicht in de dynamiek van publiciteit en oprechte verontwaardiging, het wel of niet eens zijn met het impliciete standpunt dat Kluun’s reactie een marketingstrategie is.
9. De redeneringen in de tekst worden vooral onderbouwd met de volgende argumentatieschema’s:
D oorzaak-gevolg en voor- of nadelen
Oorzaak-gevolg: Het argument dat leerlingen dankzij jaren van leesonderwijs met rijke, uitdagende teksten in staat zijn om zelf hun mening te vormen, argumenten te ordenen, en drogredenen op waarde te schatten, toont een oorzaak-gevolgrelatie aan.
Voor- of nadelen: Het argument dat meer leesvaardigheid leidt tot meer leesplezier en niet andersom, benadrukt de voordelen van het gebruik van rijke, uitdagende teksten in het leesonderwijs.
Dit bewijst dat hét ook zo kan. Kluun maakt er gewoon een hondse bedoeling van. Kluun is Diogenes in de ton. Marc van Oostendorp de retoricus bewijst zijn ambacht. We leven tegelijk in een utopische wereld en een leeswereld vol met mislukkingen. Retorica is geen goede dokter wel een manier om de schaden te beperken.
Martijn Benders zegt
Waarom laat ook deze persoon de helft van de reacties (de zinnige helft, wat mij betreft, het examen klopt niet, is foutief) – wat maakt dat deze persoon dacht, goh, dat vind ik niet interessant?
Marc van Oostendorp zegt
Correctiemodel (gemaakt door ChatGPT40)
1. In de begeleidende tekst van Kluun herken ik de volgende twee stijlfiguren:
Ironie. In de eerste alinea zegt Kluun sarcastisch dat het “eenvoudigste” zou zijn om jongeren te verbieden boeken te lezen die ze leuk vinden en plezier aan beleven. Dit is duidelijk ironisch bedoeld, want Kluun bedoelt het tegenovergestelde: hij vindt het belangrijk dat jongeren juist wel boeken lezen die ze leuk vinden.
Hyperbool (Overdrijving). In de tweede alinea stelt Kluun voor om schrijvers van populaire boeken te “diskwalificeren, cancelen en deze boeken te verbranden”. Dit is een sterke overdrijving (hyperbool) om zijn punt kracht bij te zetten dat het belachelijk is om dergelijke boeken en schrijvers te veroordelen.
2. De informatie dat Kluun meerdere boeken heeft geschreven die in het verleden niet altijd als ‘volwaardige literatuur’ werden gezien, heeft invloed op de betrouwbaarheid van zijn reactie op de volgende manieren:
Betrokkenheid en Vooringenomenheid. Kluun heeft een persoonlijke betrokkenheid bij de kwestie, omdat zijn eigen werk ook niet altijd als volwaardige literatuur is erkend. Hierdoor kan zijn reactie als bevooroordeeld worden beschouwd. Zijn ervaring als schrijver van populaire, maar niet altijd gewaardeerde, literatuur kan ervoor zorgen dat hij zich extra verdedigt tegen de negatieve beoordeling van dergelijke werken.
Deskundigheid en Ervaring. Aan de andere kant geeft zijn ervaring als schrijver van populaire boeken hem inzicht in de waarde en het belang van dergelijke literatuur voor een breed publiek. Dit kan zijn reactie juist betrouwbaarder maken, omdat hij uit eigen ervaring kan spreken over de impact en het belang van toegankelijke boeken voor jonge lezers.
Emotionele Reactie. Kluun’s geschiedenis met kritiek kan zijn reactie emotioneel beladen maken. Dit kan enerzijds de authenticiteit van zijn emotie en passie voor het onderwerp benadrukken, maar anderzijds kan het ook de objectiviteit van zijn argumentatie verminderen.
Samenvattend kan de informatie over Kluun’s eigen ervaringen met de beoordeling van zijn werk zowel de betrouwbaarheid van zijn reactie versterken door zijn persoonlijke inzicht en betrokkenheid, als verminderen door mogelijke vooringenomenheid en emotionele reactie.
3. De argumentatie van Bob is onjuist omdat hij Kluun’s begrip zonder bewijs in twijfel trekt. Mirella’s reactie mist onderbouwing over de selectie van teksten voor het examen.
4. In de inleiding van de tekst ‘Een schandalige aanval’ van Marc van Oostendorp is de drogreden die een kritische lezer zou kunnen zien de ad hominem-drogreden.
Van Oostendorp suggereert dat Kluun’s diploma afgepakt zou moeten worden vanwege zijn uitspraken, wat een persoonlijke aanval is op Kluun’s intelligentie en capaciteiten in plaats van inhoudelijk op zijn argumenten in te gaan.
5. Het impliciete standpunt in de eerste twee alinea’s van de tekst is dat Kluun’s kritiek op het VWO-eindexamen ongegrond en overdreven is. Marc van Oostendorp suggereert namelijk dat Kluun’s uitspraken onterecht zijn door zijn intelligentie en capaciteiten in twijfel te trekken en door te benadrukken dat een eindexamen geen aanval op iemand kan zijn.
6. In dit tekstfragment van Marc van Oostendorp zijn de volgende twee woordgroepen die een negatieve houding tegenover Kluun impliceren:
“de inmiddels gebruikelijke onzin”
“de pure consumentenmentaliteit die Kluun en de zijnen over de literaire wereld uitstorten”
Deze woordgroepen impliceren respectievelijk dat Kluun vaak onzin verkondigt en dat zijn benadering van literatuur oppervlakkig en schadelijk is.
7. Het impliciete standpunt uit de online reactie is (1) dat Kluun’s woedende reactie eigenlijk een slimme marketingstrategie is, en het argument dat de schrijver van deze reactie daarvoor geeft is (2) dat door te zeggen dat iets verboden moet worden, de boeken van Mel Wallis de Vries juist meer gelezen zullen worden.
8. Een kritische lezer kan het wel of niet eens zijn met het impliciete standpunt uit de bovenstaande online reactie om de volgende redenen:
Waarom een kritische lezer het eens kan zijn:
Marketingstrategie Herkennen: Een kritische lezer kan erkennen dat negatieve publiciteit vaak leidt tot meer aandacht en interesse. Door te stellen dat Kluun’s woedende reactie eigenlijk een slimme marketingstrategie is, wordt erkend dat controverse vaak leidt tot meer zichtbaarheid en verkoop.
Ervaring met Media: Kluun heeft een achtergrond in marketing, dus het is plausibel dat hij de kracht van publiciteit begrijpt en gebruikt. Dit maakt het standpunt dat zijn woede deels een bewuste strategie kan zijn, aannemelijk.
Waarom een kritische lezer het niet eens kan zijn:
Oprechte Verontwaardiging: Een kritische lezer kan stellen dat Kluun’s reactie oprecht is en voortkomt uit een bezorgdheid over hoe literatuur voor jongeren wordt beoordeeld. Dit ontkracht het idee dat zijn reactie louter een marketingstunt is.
Reductionistisch Standpunt: Het impliciete standpunt reduceert Kluun’s reactie tot een simpele marketingtruc, wat zijn complexe motivatie en emoties kan negeren. Dit kan gezien worden als een oversimplificatie van zijn intenties en overtuigingen.
Kortom, een kritische lezer kan afhankelijk van hun interpretatie van Kluun’s intenties en hun inzicht in de dynamiek van publiciteit en oprechte verontwaardiging, het wel of niet eens zijn met het impliciete standpunt dat Kluun’s reactie een marketingstrategie is.
9. De redeneringen in de tekst worden vooral onderbouwd met de volgende argumentatieschema’s:
D oorzaak-gevolg en voor- of nadelen
Oorzaak-gevolg: Het argument dat leerlingen dankzij jaren van leesonderwijs met rijke, uitdagende teksten in staat zijn om zelf hun mening te vormen, argumenten te ordenen, en drogredenen op waarde te schatten, toont een oorzaak-gevolgrelatie aan.
Voor- of nadelen: Het argument dat meer leesvaardigheid leidt tot meer leesplezier en niet andersom, benadrukt de voordelen van het gebruik van rijke, uitdagende teksten in het leesonderwijs.
Robert Kruzdlo zegt
Dit bewijst dat hét ook zo kan. Kluun maakt er gewoon een hondse bedoeling van. Kluun is Diogenes in de ton. Marc van Oostendorp de retoricus bewijst zijn ambacht. We leven tegelijk in een utopische wereld en een leeswereld vol met mislukkingen. Retorica is geen goede dokter wel een manier om de schaden te beperken.