•• De bloemlezing Aan ’t water bevat “100 watergedichten en 100 watergezichten” — waaronder dit gedicht van J.H. de Veer, met daarbij het schilderij Loosdrechtse plassen van Dirk Smorenberg.
Weelde
’t Gepluimde riet golft op de zomerbries,
In donzen lijnen, van gracieuslijk dijnen.
Op heel het wondre landschap rust een fijne
Hoogzomersluier, — als een purpren vlies.
Omlaag, aan polderslootkant, bloeiend bies;
De laatste boterbloemen gaan verdwijnen.
De eerste blauwe juffers zie ’k verschijnen
Op plompbladbloem en spitse pijlkruidspies.
Wat is het warm, maar toch zo recht verkwikkend,
Voor mens en dier, hier in het vlakke land;
Waar zich de zomerhemel welft zo wijde.
— Ik laat mijn ziel, als op de bries, zacht glijden
En dool de vliet langs, ’t tijdschrift in de hand,
Dat ik wou lezen, élk woord wegend, wikkend.
J.H. de Veer (ca. 1850-1915)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht in hun mailbox
Laat een reactie achter