Rekenen op rijm
Zeven zoete zuurtjes zaten in een fles,
maar ééntje rolde in de goot. Nu zijn er nog maar …
Zes zoete zuurtjes. Daar kwam een heel oud wijf,
die heeft er eentje weggepikt. Toen waren er nog …
Vijf zoete zuurtjes. Toen kwam mijn nicht Marie,
die heeft er twee gekregen. Toen waren er nog …
Drie zoete zuurtjes. Toen kwam de kruidenier,
die bracht voor mij een zuurtje mee. Toen waren er weer …
Vier zoete zuurtjes, en toen kwam tante Mien,
die deed zes zuurtjes in de fles. Toen waren het er …
Tien zoete zuurtjes. Ik at ze op alleen.
Nu is het hele flesje leeg. Nou heb ik er geeneen.
Annie M.G. Schmidt (1911-1995)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht in hun mailbox
Laat een reactie achter