Schoolmeesters
Hij die, uit vrije keus,
En in zijn achterkamer,
Met hoofdpijn als een hamer,
En volgestopte neus,
Met klemming op zijn water,
En lusten als een kater,
En met een stijve nek,
En vijf gebroken ruiten,
En deuren, die niet sluiten,
En ’t Pootje in zijn kuiten,
Er uitziet als een gek;
Is min nog te beklagen
Dan hij, die drie paar dagen,
In ’t woelziek schoolvertrek,
De veestlucht en de drek,
De snotneus, d’Ezelsvragen,
’t Afzichtelijk nagelknagen,
Het krabblend luis-verjagen,
De vuile witte-kragen,
En ’t hartverduiv’lend plagen
Der Jonkheid moet verdragen.
De Schoolmeester (1808-1858)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht in hun mailbox
Laat een reactie achter