De redactieleden van het nieuwe katern Mondiaal Neerlandistiek stellen zich aan je voor. Dit keer: Alwyn Roux van de Universiteit van Suid-Afrika (Unisa).
Wie ben je, waar werk je en wat doe je met neerlandistiek?
Ik ben Alwyn Roux, medeprofessor in Creatief Schrijven en Literatuurwetenschap aan de Universiteit van Zuid-Afrika (Unisa). Mijn PhD-thesis was een vergelijkende studie tussen de Zuid-Afrikaanse dichter-schilder Breyten Breytenbach en de Nederlandse dichter-schilder Lucebert. Ik heb mijn onderzoek in de neerlandistiek voortgezet door samen te werken met Prof. dr. Yves T’Sjoen (Universiteit Gent) aan verschillende projecten, waaronder een contactgeschiedenis tussen Afrikaans en Nederlands, en aan Breytenbachs betrokkenheid bij het Gorée Instituut voor democratie, ontwikkeling en cultuur (GORIN). Daarnaast ben ik voorzitter van de Suider-Afrikaanse Vereniging vir Neerlandistiek (SAVN) en oprichter van het interuniversitaire online platform Samespraak, dat een ruimte biedt voor academische en creatieve uitwisseling tussen studenten, onderzoekers en docenten uit de Lage Landen en Zuid-Afrika, maar ook uit landen zoals Aruba, Curaçao, Kroatië, Namibië, Polen, Suriname en Tsjechië.
Waarom is de internationale neerlandistiek zo’n interessant vakgebied om in te werken?
De internationale neerlandistiek opent een venster van Zuid-Afrika naar de internationale context. Hierdoor krijgen we nieuwe perspectieven op belangrijke thema’s zoals leescultuur, de rol van de schrijver in de samenleving en teksten die anders lokaal geen publiek zouden bereiken. Omgekeerd kan men vanuit de Nederlandstalige wereld ook een groter bewustzijn van Zuid-Afrika creëren, wat uiteenlopende beelden van het continent naar voren brengt, maar ook de dialoog en uitwisseling van ideeën bevordert.
Wat zou iedereen volgens jou moeten weten over de internationale neerlandistiek?
De internationale neerlandistiek is geen vastomlijnd domein, maar een dynamisch en veranderlijk veld dat zich niet eenvoudig laat definiëren. Het is waardevol om te investeren in de uitwisseling van ideeën en nieuwe projecten die ons begrip van taal en onze omgang ermee verrijken. Ik kan alleen spreken vanuit de paden die ik zelf heb verkend, zoals mijn onderzoek naar het latere werk van Breytenbach en Lucebert, wat een zeer specifiek terrein is. Andere onderzoekers belichten op hun beurt weer andere thema’s en benaderingen. Ik sta open om van hen te leren, zodat we verschillende wegen en inzichten kunnen verbinden en samen nieuwe verbanden kunnen leggen.
Wat voor teksten hoop je te gaan zien op Mondiaal Neerlandistiek?
Ik hoop via de teksten op Mondiaal Neerlandistiek meer te leren over de verschillende landen waar neerlandistiek wordt onderwezen. Ik zie Nederlands als een soort paspoort voor Afrikaans, want waar Nederlands wordt begrepen, kan ook Afrikaans worden verstaan. Op die manier wil ik mensen met elkaar in gesprek brengen door de bevordering van literatuur.
Laat een reactie achter