Het muziektheaterstuk Snikken en Grimlachen, dominee HaverSchmidt en dichter Paaltjens vertelt een hartverscheurend verhaal. François HaverSchmidt en Piet Paaltjens lijken op de alter ego’s over wie Schubert Der Doppelgänger componeerde en Stevenson zijn Dr. Jekyll and Mr. Hyde schreef.
HaverSchmidt heeft zijn leven lang de grimmige humor van tegenpool Paaltjens nodig gehad om zijn melancholie de baas te blijven. In hun studententijd is de balans optimaal. Er wordt gelachen en gedronken, het Io Vivat klinkt over de grachten en de poëzieproductie leidt tot de bestseller Snikken en Grimlachjes. Na het afstuderen eindigt de innige vriendschap en moet HaverSchmidt serieus aan de slag in het eenzame beroep van predikant. Zonder de humor van Paaltjens lijkt de melancholie in de preken van HaverSchmidt hard toe te slaan.
In het libretto zijn het levensverhaal van HaverSchmidt en de gedichten van Paaltjens op een associatieve manier met elkaar verweven om samen met de steeds verrassende invalshoek van de muziek vat te krijgen op deze bijzondere twee-eenheid.
Regisseur Bart Vieveen schreef het libretto op basis van preken, verhaalfragmenten en gedichten van HaverSchmidt en Huub de Vriend componeerde de muziek erbij.
Hannah Ybeles Smit en Jeroen Manders geven gestalte aan Piet Paaltjens en François HaverSchmidt en Het Zingend Hart o.l.v. Machteld van de Putte neemt de koorpartijen voor zijn rekening.
Speeldata:
Schiedam
9 april 20.15 uur, Westvest 90, Schiedam
Leiden
15 april (try-out), 23 april, en 4 juni 20.15 uur
Lokhorstkerk, Pieterskerkstraat 1, Leiden
Kaarten:
Deze productie werd mede mogelijk gemaakt door Cultuurfonds, VSB-fonds, stichting LOUT en gemeente Leiden
Synopsis Dominee HaverSchmidt en dichter Paaltjens
Het libretto van het songspiel Dominee HaverSchmidt & dichter Paaltjens wordt een tekst voor twee solisten en een koor gebaseerd op gedichten (Snikken en Grimlachjes en Nagelaten Snikken, brieven, preken en verhalen (Winteravondvertellingen en Familie en Kennissen) van François HaverSchmidt.
De keuze van de bezetting met twee solisten en een koor is een zeer bewuste keuze. Het leven van François HaverSchmidt wordt enerzijds bepaald door een diepe dualiteit van de twee kanten van zijn persoonlijkheid en anderzijds door de een enorme behoefte ergens bij te horen. De twee solisten verbeelden de gespletenheid van het karakter en bieden de mogelijkheid de innerlijke conflicten uit te spelen en het koor biedt de mogelijkheid het belang van de sociale omgeving te banrukken en commentaar te geven op de zielenroerselen van de dominee/dichter.
Het is daarbinnen niet meer uit te houden! ‘k Stik,
Als ik maar even afdaal in mijn eigen ik!
Rode lijn in het libretto is de gedachte zijn dat dominee HaverSchmidt zijn leven lang niet alleen de grimmige humor van dichter Paaltjens nodig heeft gehad om zijn melancholie te onderdrukken, maar ook de sociale geborgenheid van het (corporaal) studentenleven. De studentenperiode, waarin wordt gelachen en gedronken, het Io Vivat en de drankliederen klinken over de Leidse grachten en Snikken en Grimlachjes wordt geschreven, vormt een schril contrast met zijn leven als predikant. Dominee HaverSchmidt in een spiegel naar zijn dubbelganger Paaltjens. De twee solisten verwisselen van rol, maar tevergeefs. De zorgeloosheid van het onbezwaarde bestaan is onbereikbaar geworden. Slechts bij vlagen breekt de zon nog door. Van de grim is het lachje verdwenen. Het koor is van corps in een dwingende gemeente getransformeerd en In de preken van HaverSchmidt steeds sterker door die uiteindelijk het grimmig eenzame einde van zijn leven zullen inluiden. In een dertigtal associatief geschakelde scènes wordt niet zonder humor een zoektocht geschetst naar een onvervulbaar verlangen.
De try-out in Leiden, gistermiddag (29 maart) in Leiden was schitterend! We hebben genoten. Heel veel complimenten,