Naar aanleiding van de publicatie van de literaire canon in 2015 kon je op de website van de KANTL lezen: ‘Als het één van de kenmerken mag heten van een ‘klassieker’ dat het werk telkens opnieuw opeenvolgende generaties aanspreekt, dan geldt dit bij uitstek voor De stille kracht (1900) van Louis Couperus.’ De roman De stille kracht behoort tot de zogenaamde ‘Nederlands-Indische Letteren’, de verzameling Nederlandse literaire teksten over de Nederlandse kolonie Nederlands-Indië, die ook kortweg Indië werd genoemd. De stille kracht wordt vaak beschouwd als het hoogtepunt van de Nederlands-Indische letterkunde, omdat het boek een indringend beeld geeft van het leven van de Nederlandse kolonisten op het einde van de negentiende eeuw en van het latente verzet van de inlandse bevolking tegen de vooral op winst beluste ‘bezetters’. De roman behoort daarom tot de canon van de Nederlandstalige literatuur.
Het boek is in de handel en in de openbare bibliotheek verkrijgbaar in twee edities: in de originele tekst en in een hertaling. Marita Mathijsen heeft er jaren geleden al op gewezen, dat jongeren geen plezier meer beleven aan de klassiekers uit de Nederlandse literatuur: ‘Ze vinden romans van Couperus en Multatuli langdradig en vervelend, maar hertalen en inkorten is de enige manier om literaire pareltjes aan de vergetelheid te onttrekken.’ (Geciteerd in het nawoord van de editie van De stille kracht uit 2023. Zie ook Mathijsen 2003.) De ‘woordkunst’ van Couperus komt inderdaad, vooral bij de jongeren, erg artificieel en ouderwets over en daarom willen we de hertaling van Albert Kroezemann aanbevelen voor de huislectuur van de leerlingen. In dit leermiddel geven we geen vragen en opdrachten bij de roman als zodanig, omdat de ‘schooleditie’ in de serie Tekst in context al ruimschoots in die behoefte voorziet. We beperken ons daarom tot de bespreking van een fragment, die binnen één lesuur kan plaatsvinden en die de leerlingen hopelijk voldoende kan motiveren om de hele roman zelfstandig te gaan lezen, het liefst in de hertaalde versie. Het gekozen fragment, de beroemde ‘badkamerscène’, is toegevoegd aan dit leermiddel. Om het fragment niet alleen optimaal leesbaar maar ook ‘voorleesbaar’ te maken hebben we het zelf hertaald in hedendaags Nederlands op basis van de oorspronkelijke eerste druk uit 1900. Dat wil zeggen dat we niet alleen de spelling hebben gemoderniseerd, maar ook de zinsbouw en de woordenschat hebben aangepast, met respect voor de oorspronkelijke stijl en sfeer van het origineel. Om de lectuur nog vlotter te maken hebben we bovendien de Maleise en Javaanse woorden niet voorzien van een voetnoot, maar direct vervangen door een Nederlands equivalent.
We suggereren wel een lesverloop, maar het leermiddel bevat geen uitgebreide lijst van didactische doelstellingen. Belangstelling en leesbereidheid bij de leerlingen opwekken vormen de belangrijkste doelstellingen van dit (beknopte) leermiddel.
Het lesverloop kan gemakkelijk afgeleid worden uit het deel met vragen en opdrachten voor de leerlingen. We noemen de belangrijkste stappen.
- Om hun belangstelling op te wekken knopen we in het begin van de les aan bij de voorkennis en/of de leefwereld van de leerlingen. De les begint met opzet niet met een doceerfase door de leraar over de auteur en zijn biografische achtergronden. We nemen aan dat de leerlingen pas belangstelling zullen krijgen voor de auteur, nadat ze kennisgemaakt hebben met een voorbeeld van zijn werk. Daarom kiezen we voor een klasgesprek over verre exotische bestemmingen en over de huidige Republiek Indonesië..
- Korte doceerfase: de leraar geeft informatie over het Nederlandse kolonialisme en over de Nederlands-Indische literatuur.
- Klassikale discussie over de pro’s en contra’s van het kolonialisme.
- Beknopte samenvatting van het boek en introductie van de belangrijkste personages. Het spreekt vanzelf dat deze samenvatting geen spoilers mag bevatten.
- Toelichting bij de titel en het hoofdthema van het boek: de ‘stille kracht’.
- Expressieve lectuur van het fragment door de leraar, die dat fragment eerst situeert in het verloop van het verhaal. De leerlingen kunnen de tekst meevolgen en woorden of zinnen die ze niet begrijpen, markeren.
- Woordverklaring (indien nodig). De leerlingen worden daarbij gestimuleerd om zelf de betekenis uit de context af te leiden.
- Klassikale bespreking door middel van tekstervarende en tekstbestuderende vragen. Daarvoor kan de leraar zich laten inspireren door de vragen uit het deel voor de leerlingen.
- Kijken en luisteren naar het begin van de televisiebewerking en naar de verfilming het voorgelezen fragment op Youtube.
- Evaluatieve vragen en de vraag of de leerlingen bereid zijn om het boek helemaal te gaan lezen.
Behalve als hulpmiddel bij klassikaal onderwijs kan het leermiddel ook gebruikt worden voor zelfstudie of afstandsonderwijs. In dat geval kunnen de leerlingen de vragen zelfstandig thuis beantwoorden en de opdrachten individueel uitvoeren.
Het leermiddel is hier te vinden.
Andere leermiddelen bij hoogtepunten uit de Nederlands-Indische letterkunde:
- – Multatuli, Saidjah en Adinda (met hertaling)
- – Multatuli, Toespraak tot de hoofden van Lebak (met hertaling)
- – Multatuli, De Japanse steenhouwer (met hertaling)
- – Hella S. Haasse, Oeroeg
- – Jeroen Brouwers, Bezonken rood
Referenties
L. Couperus, De stille kracht. Samengesteld door Rick Honings en Olf Praamstra. Met medewerking van Christina Dewi Elbers en Christina Suprihatin. Amsterdam: AUP, 2021. (Serie Tekst in context) (Bevat niet alleen hertaalde fragmenten uit de roman, maar ook achtergrondinformatie en vragen en opdrachten.)
L. Couperus, De stille kracht. Hertaling Albert Kroezemann. Groningen: Uitgeverij kleine Uil, 2023. (Met een nawoord van de hertaler.)
M. Mathijsen, ‘Een knieval voor de luie lezer? Hertaling als enig redmiddel voor historische literatuur’. In: Nederlandse Letterkunde. Jaargang 8 (2003). Geraadpleegd via de DBNL.
Wat zijn de pro’s in de ‘Klassikale discussie over de pro’s en contra’s van het kolonialisme’?
Ik ben het er natuurlijk niet mee eens, maar het is toch wel zo, dat het kolonialisme lange tijd een weldaad werd geacht voor de kolonie. Sommigen vinden onze beschaving nu nog altijd superieur aan die van de (voormalige) koloniën. Koloniseren was (is?) ook in de ogen van de kolonisatoren: waarden en normen bijbrengen, gezondheidszorg installeren, het ware geloof exporteren enz.
Bedankt voor de respons. Dat u het er zelf niet mee eens bent, neem ik meteen aan – en ik begrijp wel dat het u waarschijnlijk te doen is om contextueel historisch besef, in alle complexiteit en binnen de kaders van één lesuur. Ook de debatvorm op zich lijkt me didactisch erg nuttig. Mijn punt is: waarom dáárover, over ‘het kolonialisme’, een pro/contra-opstelling optuigen? (Temeer omdat, m.b.t. contra-perspectieven, De stille kracht ook geen handvatten zal bieden om ‘in de ogen van de kolonisatoren’ te overstijgen.) Hoe zijn hedendaagse leerlingen daarbij gediend? Zouden we ze ook willen uitnodigen tot een klassikale discussie over de pro’s en contra’s van het fascisme, van de slavernij..?
‘De stille kracht’ is een koloniale roman, waarin ook antikoloniale ideeën naar voren komen. Koloniaal is bv. de voorstelling van Van Oudijck als superieur aan de regent. Antikoloniaal is dan weer de vraag wat Nederland eigenlijk te zoeken heeft in Indië. De Javanen zijn de Nederlanders in ieder geval niet goedgezind, al durven ze dat niet te laten blijken. Denk aan de ‘stille kracht’ van het verzet. De lectuur van de roman is volgens mij een geschikte aanleiding om de ideologie van het kolonialisme in de klas ter discussie te stellen.
Ik heb niet de indruk dat uw toelichting aansluit op mijn vraag. Laat ik er ten slotte van mijn kant nog aan toevoegen, voor wat het waard is: als ik vandaag in de klas zat of voor de klas stond met dit leermiddel, zou ik me buitengewoon ongemakkelijk voelen bij een opdracht die op deze retorische manier is geformuleerd in de hand-out voor leerlingen: ‘Hoe denk je zelf over de kolonisatie als historisch verschijnsel? Brachten de kolonisatoren welvaart en beschaving of probeerden ze de oorspronkelijke bevolking vooral te onderdrukken en uit te buiten?’. En ik ben ongetwijfeld niet de enige.
Ook de gekozen stockfoto https://pixabay.com/nl/photos/erotiek-schoonheid-model-vrouw-4707658/ die uitgevuld prijkt op de eerste pagina van uw hertaling (en die kennelijk Léonie van Oudijck in bad moet voorstellen) is nogal, euh, achterhaald.
Ik respecteer uw mening. Maar mag ik er uw aandacht op vestigen dat u wél de enige bent die dit opmerkt. Ik probeer de leerlingen alleen wat krtitische zin bij te brengen ten aanzien van de kolonisatie. Ik begrijp niet wat daar mis mee is. ‘De stille kracht’ geeft daar ook aanleiding toe, omdat het boek als antikoloniaal wordt bestempeld. En als u die foto achterhaald vindt, dan kunt u die gemakkelijk door een andere vervangen.
Ik voer al een halve eeuw gesprekken over kolonialisme met jong en oud, waarvan de afgelopen tien jaar ook in klassikaal onderwijs (en specifiek De stille kracht doceer en onderzoek ik letterkundig sinds 2018).
Dat kon u niet weten. Maar ook al zonder deze achtergrond: het gegeven dat ik de enige ben die op dit platform een kritische noot plaatst onder uw bijdrage, maakt het voor u nog niet automatisch tot een sterk argument om de opmerking inhoudelijk af doen als ook maar een mening. Het gaat hier immers over de openlijke promotie van een leermiddel; een leermiddel over een thematisch terrein waarbij uit het lesmateriaal blijkt dat de pedagogische kennis en kunde van de ontwerper nog niet zo toegerust zijn op de met dit thema meekomende culturele beladenheid (van vroeger tot nu).
Kan gebeuren. Juist daarom: zelfs als de teller hier inderdaad op één inhoudelijk reagerende persoon blijft steken, dan is het nog steeds mogelijk het commentaar in kwestie (van wie dat ook kwam) te verwelkomen als een gelegenheid om nog eens dieper te reflecteren op het materiaal. En wellicht verder te verkennen wat zoal toepasselijke, verantwoorde, zorgvuldige manieren zijn om leerlingen de beoogde ‘kritische zin bij te brengen ten aanzien van de kolonisatie’. Met louter goede bedoelingen valt uiteindelijk nog steeds de plank mis te slaan, of iets over het hoofd te zien. U staat niet alleen.
Ongeveer tegelijk met uw bijdrage verscheen in dezelfde rubriek op Neerlandistiek een inspirerende videopitch van Joana Da Silveira Duarte over het nut van aandacht voor culturele diversiteit in het onderwijs. Ik sta niet alleen.
Alleen al in de Lage Landen wonen meer dan een miljoen nazaten van gekoloniseerden en, niet te vergeten: generaties mensen die het gekoloniseerd-zijn zelf nog aan den lijve hebben ondervonden. Onder hen/ons ook vele leerlingen en leraren. Tegelijk is er de andere realiteit, u noemde het zelf al: ‘Sommigen vinden onze beschaving nu nog altijd superieur aan die van de (voormalige) koloniën.’ Laten we daar alstublieft niet te licht over denken.
In mijn beleving [naar mijn mening] is het alles bijeen tamelijk kortzichtig, om niet te zeggen onachtzaam, om leraren van vandaag aan te moedigen hun leerlingen klassikaal te vragen zich te buigen over ‘de pro’s van het kolonialisme’, en dat zonder te voorzien in enige anticiperende support bij wat dan mogelijke antwoorden zijn én wat die antwoorden individueel en onderling teweeg kunnen brengen, ook na dit ene lesuurtje over De stille kracht.