
Ik moest vanmorgen denken dat bij al die werkzaamheden die ik verricht heb voor allerlei instituten, scholen, bibliotheken,, impresariaten, schouwburgen, radio- en televisiebedrijven er een aantal medewerkers boven uitsprongen. Getalenteerde mensen die een bedrijf konden laten opbloeien.
Een zo iemand is Garrelt Verhoeven die ik leerde kennen toen hij ging over de afdeling Bijzondere Collecties van de UB van Amsterdam. Dat klinkt erg saai, maar is het totaal niet. De UB verzamelt boeken maar daarbuiten heeft de Universiteit nog een heleboel erfgoed, zoals manuscripten, prenten en tekeningen, foto’s, archieven, wetenschappelijke instrumenten en schilderijen. Met internationaal vermaarde verzamelingen op het gebied van boekgeschiedenis, Joodse cultuur, kerkgeschiedenis, culinaire geschiedenis, cartografie, letterkunde, grafische vormgeving en zoölogie (Artis) is het een van de grote erfgoedbibliotheken in Europa. Die verzamelde collecties in Amsterdam heet nu het Allard Pierson
Daar werkte Garrelt. Hij had een jeugdig enthousiasme en een zekere roekeloosheid. De meesten zijn daar op hun veertigste wel overheen. Ze zijn hun wilde haren kwijt. Ze weten hoe de hazen lopen, kennen hun pappenheimers, beheersen het vak. Niemand hoeft ze meer iets wijs te maken, kijken wel twee keer uit voor ze ja zeggen en rekenen eerst voor ze tekenen.
Nieuwe vriendschappen sluiten ze niet gauw meer, je weet wat je hebt en niet wat je krijgt.
Maar Garrelt niet, die had op zijn veertigste al zijn wilde haren nog en stak graag zijn nek uit. Een man die eerst mogelijkheden en kansen zag en daarna pas bezwaren.
Ik betrap me zelf er wel eens op dat ik te snel bezwaren opper en iets niet zie zitten, terwijl ik weet dat je eerst het enthousiasme en het gedurfde idee de ruimte moet geven voordat de praktische bezwaren aan de beurt komen.
Garrelt niet, die gooit zich erin en ziet wel zien waar hij uitkomt. Hij heeft het volste vertrouwen. “Zorg jij maar voor een goed plan, dan zorg ik wel dat het geld er komt en dat het voor elkaar komt.”
Dat zijn heerlijke dingen om te horen voor een freelance plannenmaker als ik.
Praten met Garrelt is samenzweren, een leuke club beginnen, mooie avonden bedenken, uit liefde voor het erfgoed, voor de collectie.
Een collectie bezitten, is leuk maar het wordt pas werkelijk interessant als je daar iets mee doet, als je die op een spannende manier naar buiten brengt. Daar is Garrelt altijd mee bezig. Hij is een liefhebber en een durfal. De vakman wikt en weegt en zet zijn ervaring in. De liefhebber bedenkt iets nieuws. Bij de vakman voel je je klein en onbekwaam en geen vakman, zoveel maakt hij je wel duidelijk. Bij Garrelt niet, hij geeft je een gevoel van ruimte, je mag in de grote zaal spelen, er is plotseling volop licht en het wordt helder allemaal, je geest gaat zweven en gaat op avontuur uit.
Zulke avonturen heb ik beleefd met Garrelt Verhoeven, de liefhebber van de Bijzondere Collecties in Amsterdam. Hij heeft daar veel tot stand gebracht, grote successen geboekt en sommige dingen zijn ook mislukt. En zo hoort het ook.
Na Amsterdam kwam hij te werken in Leuven waar ze hem niet begrepen en in Deventer waar hij mooie dingen heeft gedaan met de prachtige collectie daar. Garrelt is nu al weer een paar jaar hoofdconservator bij de Leidse bibliotheken en wie met hem te maken krijgt, stapt het avontuur in.
Ik leerde hem een jaar of vijftien geleden kennen toen ik de nalatenschap van Ramses Shaffy veilig moest stellen. Dat was snel geregeld, het was alsof we elkaar al lang kenden en bevriend waren. Toen Halbe Zijlstra met zijn ondoordachte bezuinigingen kwam en het Theater Instituut ophief zonder dat hij besefte dat hij daarmee een kolossale hoeveelheid erfgoed op straat zou zetten, hielp Garrelt het Theater Instituut uit het gevaar door het onder te brengen bij de Bijzondere Collecties. De toneelgeschiedenis van Nederland was gered. Zoals ook al de Muziekgeschiedenis gered was. En de culinaire geschiedenis.
Er kwamen tentoonstellingen, concerten en voorstellingen waaraan ik mocht meewerken. En altijd liep Garrelt voorop en misschien ken je het wel uit je eigen werkomgeving, als zulke visionaire figuren niet gesteund worden door een goed team dat mee durft te gaan, en de ideeën waar maakt, dan wordt het niets.
Ik zei een keer tegen hem: Garrelt jouw hobby is toch bijen? Ja zei hij, ik ben in mijn vrije tijd imker. Ik stelde me hem voor met zijn hoofd in de bijenkorf. Niet alleen in je vrije tijd, zei ik, een bibliotheek is ook een bijenkorf, nijvere bijen die alle honing keurig op plankjes en schapjes zetten, daar ben je nooit mee klaar, het kan altijd beter. Daar hoeven geen pottenkijkers bij. Maar dan kom jij, Garrelt, zet de klep open en zegt: eruit bijen, vlieg uit, de wereld in. Het is niet alleen tijd om te sparen, maar ook tijd om te bevruchten!
Garrelt Verhoeven, zo maar een man met wie ik een aantal keren samengewerkt heb, maar die voor mij een voorbeeld is.
Laat een reactie achter