Volksliedje
Een ruiter is door het dorp gesprongen
Hij is door het stille dorp gesprongen
Hij is door de stilte gesprongen
Als door een wand van papier
Hij heeft er een lied gezongen
Daarvan zijn de vensters gesprongen
Daarvan zijn de harten gesprongen
Die broos in het vensterglas stonden
Die rood in het vensterglas stonden
Hij is door de dorpsstraat gedrongen
Als een neger een storm een rapier
En is toen het dorp uit gesprongen
De weg heeft zijn kaken toegeklapt
In de heldere bron van de middag
Ziet de stilte verwonderd haar spiegelbeeld
Een wolkje hangt traag in de lucht
Bij een haag ligt geknakt op de grond
Een zonnebloem afgerukt
Door de grillige zweep van een ruiter
De blaadjes staan stijf en verbaasd
Als een kring van geschrokken kinderen
Een dichter heeft de bloem voorzichtig in de hand genomen
En is het spel van zij-bemint-mij-zij
Bemint-mij-niet begonnen
Paul Rodenko (1920-1976)
uit: Stilte, woedende trompet (1959)
Abonnees van Laurens Jz Coster krijgen iedere werkdag een gedicht in hun mailbox

Ik houd veel van de poëzie van Rodenko.