
•• In juni 1925 verscheen Ossi di seppia, de debuutbundel van de Italiaanse (latere) Nobelprijswinnaar Eugenio Montale, nog altijd een begrip in de Italiaanse literatuur. Precies honderd jaar later verscheen bij Uitgeverij IJzer een integrale Nederlandse vertaling, van Jur Koksma en Joep Stapel. Titel: Zeekatskeletten.
De citroenen
Moet je horen: de gelauwerde dichters
wandelen louter en alleen tussen planten
met weinig courante namen: buxus, liguster of acanthus.
Zelf hou ik meer van wegen
die naar grazige grebben voeren
waar jochies wat schrale paling vangen
in halfopgedroogde poelen:
de paadjes die langs oevers
vol met bloemrietpluimen afdalen
en uitmonden in moestuinen, bij de citroenbomen.
Het zou nog mooier zijn als het gekwetter
van de vogels verstomt en oplost in het blauw:
dan hoor je pas helder het gefluister
van vriendelijke takken in de haast roerloze lucht,
en de zintuiglijkheid van deze geur
die maar niet loskomt van de aarde
en het gemoed vult met een zoete onrust.
Hier zwijgt als bij toverslag
de strijd van de rusteloze driften, hier valt
ook ons armzaligen ons deel van de rijkdom toe
en het is de geur van de citroenen.
Kijk: in deze stiltes waarin de dingen
zich gewonnen geven, alsof ze elk moment
hun diepste geheim kunnen verraden,
verwacht je soms
een vergissing van de Natuur te ontdekken,
het dode punt van de wereld, de schakel die niet houdt,
de draad die uiteindelijk, als we hem ontwarren,
naar het hart van een waarheid voert.
De blik vorst rond,
de geest zoekt samenhang en scheidslijnen
in het parfum dat vrijkomt
met het kwijnen van de dag.
Het zijn de stiltes waarin je
in elke menselijke schim die wegschiet
een of andere verstoorde godheid ziet.
Maar de illusie faalt en de tijd voert ons terug
naar lawaaiige steden, waar hoog tussen de kroonlijsten
slechts stukjes te zien zijn van het blauw.
Regen mat de aarde af, de verveling
van de winter hoopt zich op boven de huizen,
het licht wordt vrekkig – bitter de ziel.
Tot we op een dag door een kierende poort
tussen de bomen van een binnenplaats
het geel van de citroenen zien,
en de rijp smelt van de harten,
en in onze borst
bruisen hun liederen,
de gouden trompetten van de Zon.
Eugenio Montale (1896-1981)
uit: Zeekatskeletten (IJzer, 2025)
vertaling: Jur Koksma en Joep Stapel
Abonnees van Laurens Jz Coster krijgen iedere werkdag een gedicht in hun mailbox
Laat een reactie achter