Een reus
Een reus kent zichzelf.
Hij zoekt een meisje zoet als een konijn
om weg te goochelen in en uit
de grote hoed van zijn hart.
Maar een reus is te hoog voor een meisje
en zij te blauw van onderdanigheid.
Het ras der reuzen sterft uit. Spijtig,
want hij kan zijn ogen openrekken
als spek en zijn spieren als slangen
doen spelen tot vervelens toe.
Een reus is op ijskreem verlekkerd
en op honing van dikke hommels,
die de longen van de rots doen brommen
als dwergen in een waterdichte kerker.
Een reus weet wat hij wil.
•••
Rosa rasa
Mannen, talrijk als bruine gallische vrouwen,
trokken de blozende kinderen der kanonnen
uit de hemden van helderlichte gebouwen.
Zij zogen hun mooigevormde eieren leeg en
gaven de schalen namen van grote geleerden,
waarvan ze de grote namen verzonnen.
Ze slepen tot zwarte duimen hun zwaarden
en met enorme scheden baanden
ze zich een weg door de maag van de aarde.
Fris, tot hun oksels in het eiwit staande
namen zij van de wonde vele heerlijke foto’s
en reden, talrijk als ze waren, weg in heilige auto’s.
Paul Snoek (1933-1981)
Abonnees van Laurens Jz Coster krijgen iedere werkdag een gedicht in hun mailbox

Laat een reactie achter