
Toen Wim Brands aan Rogi Wieg (21 augustus 1962 – 15 juli 2015) vlak voor zijn zelfgekozen dood een goede vraag over zijn dichterswerk stelde veranderde Rogi’s gelaat. Smalend keek hij Wim aan met twee totaal verschillende ogen. Had hij ook twee verschillende ’binnenbreinogen’, vroeg ik mij af. Het ene oog ziet Wim Brand die een vraag stelde, terwijl het andere oog naar binnen keerde: Op de momenten waarop ik nadenk en in die zin besta, besef ik te sterk hoe afhankelijk mijn denken is van chemische reacties in mijn hoofd, zegt Rogi Wieg ergens. Het leven is onbeheersbaar, is een schipperende schipper, die in stormen van emoties probeert te overleven. Een oog ziet de werkelijkheid en het andere oog kijkt naar binnen en ziet hoe onbestuurbaar het binnenbrein is.
Toen de organisatie van het ‘Dichter aan Huis’ festival in Den Haag mijn gasthuis voor hem uitkoos, had ik nog nooit van Rogi Wieg gehoord. Ik zou hem ook niet ontmoeten. Hij haakte af – eerst voor het festival, niet veel tijd later voorgoed. Rogi Wieg zal daarom voor mij altijd even raadselachtig en onbereikbaar blijven als Joachim Stiller die aan de overkant van de straat groetend zijn hand opsteekt. Ik moet het doen met zijn dichtbundels en wat de kenners over hem vertellen. Dank voor dit mooie portret, Robert Kruzdlo, en de fraai geschetste ‘binnenbreinogen’ van Rogi Wieg.
Dankjewel. Op dit Neerlandistiek-platform kom je veel te weten over Rogi Wieg. Groet